Regering Bangladesh heft noodtoestand op
De door het leger gesteunde regering van Bangladesh heeft woensdag de noodtoestand in het land opgeheven. Dat gebeurde in de aanloop naar verkiezingen op 29 december.
Een regering van technocraten, geleid door de voormalige Centrale Bank–directeur Fakhruddin Ahmed, had de noodtoestand begin 2007 afgekondigd voor onbepaalde tijd. Dat gebeurde na een reeks politiek gemotiveerde rellen, waarbij doden vielen. Verkiezingen op 22 januari 2007 werden geannuleerd.Na de rellen werden politieke vrijheden ingeperkt en twee ex–premiers, Khaleda Zia en Sheikh Hasina Wajed, gevangen gezet. De regering maakte werk van de aanpak van corruptie en het verbeteren van de veiligheid.
De situatie in het circa 153 miljoen inwoners tellende Aziatische land zou nu voldoende zijn verbeterd om verkiezingen te kunnen houden. Khaleda Zia en Sheikh Hasina Wajed gelden als de belangrijkste kanshebbers voor het premierschap, waarbij laatstgenoemde er het beste voor zou staan.
De rivalen werden door de zittende regering van corruptiepraktijken beschuldigd en proberen allebei hun imago op te poetsen door te hameren op hun islamitische geloof.