Massamoord in buurt van blauwhelmen Congo
KINSHASA (ANP/AFP) – Blauwhelmen in de verscheurde Democratische Republiek Congo ondernamen niets tegen een massaslachting onder burgers. Dat stelt de mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch (HRW) in een donderdag gepubliceerd rapport.
Meer dan 150 burgers kwamen begin november in de Oost-Congolese plaats Kiwanja om het leven. De meesten werden geëxecuteerd door strijders die trouw zijn aan de afvallige generaal Laurent Nkunda. Blauwhelmen van de Verenigde Naties verbleven op minder dan een kilometer afstand en deden niets, aldus HRW.Over de verantwoordelijkheid voor de burgerdoden in Kiwanja wordt al enige tijd getwist. Volgens Nkunda zitten regeringstroepen achter de moorden. Zij zouden hem in diskrediet willen brengen. De Tutsi-rebel zegt te strijden voor de Tutsi-minderheid in de Congolese regio Noord-Kivu.
Volgens een onderzoekscommissie van de Verenigde Naties krijgen Nkunda’s strijders steun van het Congolese buurland Rwanda. Rwanda wordt bestuurd door Tutsi’s. Zij grepen in 1994 de macht met de hulp van het Rwandese Patriottische Front (FPR) van Paul Kagame, nog steeds de president.
In het FPR begon Nkunda zijn loopbaan. Hij werd later generaal in zijn geboorteland Congo maar sloeg in 2004 aan het muiten met zijn strijders van het Nationale Congres voor de Verdediging van het Volk (CNDP).
Volgens het VN-rapport voorzagen de Rwandezen de aanhangers van Nkunda van wapens, konden de rebellen gebruik maken van Rwandese banken en mochten vanaf Rwandees grondgebied aanvallen gepleegd worden op het Congolese leger. Ook zouden Rwandese functionarissen rekruten, waaronder kindsoldaten, naar de grens hebben gebracht.
Volgens de VN-onderzoekscommissie heeft ook de Congolese regering in Kinshasa rebellenbewegingen gesteund tijdens de recente gevechten in het oosten van Congo. Het Congolese leger zou Hutu-milities hebben geholpen. Deze Hutu’s zijn vermoedelijk na de genocide van 1994 in Rwanda de grens met Congo overgestoken.
Zowel Rwanda als Kinshasa ontkennen elke betrokkenheid. De VN-Veiligheidsraad zal het rapport maandag bespreken.
Door de gevechten in het oosten van Congo zijn sinds augustus een kwart miljoen mensen op de vlucht geslagen. Hulpverleners zeggen voor volgend jaar ongeveer 600 miljoen euro nodig te hebben.