Daling van aantal dierproeven
Het aantal dierproeven is in 2001 gedaald met 4 procent. Dat zijn 30.615 dierproeven minder dan in 2000. Dit blijkt uit het woensdag gepubliceerde jaarverslag van de sectie dierproeven van de Keuringsdienst van Waren.
In totaal zijn er in 2001 714.449 proeven geregistreerd, waarbij 692.045 dieren zijn gebruikt.
Bijna de helft (46 procent) van die proeven werd gedaan voor wetenschappelijk onderzoek naar bijvoorbeeld de oorzaak en behandeling van ziekten bij de mens, zoals kanker en hart- en vaatziekten. Ruim 40 procent werd gedaan voor de ontwikkeling of productie van medicijnen voor mens of dier.
De overige proeven zijn verricht om schadelijkheid van stoffen te onderzoeken (8,1 procent), voor diagnostiek (0,5 procent) en voor onderwijs en training (1,6 procent). Voor defensie zijn in totaal 682 dierproeven gedaan, onder meer om de gevolgen van het inhaleren van zenuwgas te onderzoeken.
In tweederde van de gevallen ging het om muizen en ratten. Bijna eenderde van de muizen was genetisch gemodificeerd. Ondanks het feit dat het aantal dierproeven op kippen met 20 procent is gedaald, neemt deze diersoort de derde plaats in op de ranglijst van meest gebruikte proefdieren.
In totaal heeft de Keuringsdienst van Waren 289 inspecties uitgevoerd bij vergunninghoudende instellingen, waarvan de helft onaangekondigd. In zeventien gevallen zijn waarschuwingsbrieven uitgegaan, die vooral te maken hadden met de huisvesting van de dieren, de inschatting van het ongerief dat het dier had als gevolg van de proef, administratieve fouten en de manier van uitvoering van de proef. Bij nadere controles bleken alle aanschrijvingen te hebben geleid tot verbetering.