Goede doelen mogen vanaf dit jaar niet meer geld opsparen dan strikt noodzakelijk is om hun doelstelling niet in gevaar te laten komen. Uit de jaarverslagen over 2007 blijkt dat goede doelen vele miljoenen euro’s aan vermogen hebben. De miljoenenverliezen door de kredietcrisis kunnen ze dit jaar zonder veel gevolgen opvangen.Volgens Wilbert van Vliet, belastingadviseur bij PriceWaterhouseCoopers Belastingadviseurs NV, kan de Belastingdienst niet overdreven streng zijn bij deze toetsing. „Een onderbouwing van de hoogte van het vermogen is echter wel erg belangrijk”, meent hij. Het gaat er volgens hem om dat het opgespaarde geld niet meer bedraagt dan „redelijkerwijs noodzakelijk” is om de doelstelling uit te kunnen voeren.

Van Vliet: „Een vermogen aanhouden om tegenvallende inkomsten op te kunnen vangen, is dus binnen redelijke grenzen mogelijk.” Instellingen die alleen maar oppotten en op hun inkomsten blijven zitten, lopen de grootste risico’s. Als de Belastingdienst vindt dat er te veel vermogen wordt aangehouden, dan kan het goede doel de status als algemeen nut beogende instelling (anbi) verliezen. Fiscale faciliteiten als vrijstellingen schenkings- en successierecht en de giftenaftrek voor donateurs gaan dan verloren.

Voor instellingen die van goede wil zijn, zal het zo’n vaart echter niet lopen, verwacht Van Vliet. De Belastingdienst heeft zelf als eens aangegeven dat bij een te hoog vermogen met het betreffende goede doel zal worden overlegd over een afbouw.