Voordracht Clinton kostte flink wat concessies
De toekomstige Amerikaanse president Barack Obama draagt Hillary Clinton maandag voor als zijn minister van Buitenlandse Zaken. Bronnen binnen de Democratische Partij hebben dit zaterdag gezegd.
Om de weg vrij te maken voor de voordracht van Clinton heeft haar man, oud-president Bill Clinton, een groot aantal concessies gedaan aan het team van Obama. De namen van iedereen die sinds 1997 geld heeft gegeven aan zijn liefdadigheidsinstelling, het Clinton Global Initiative, zullen worden vrijgegeven. Hij zal voor zijn stichting geen giften accepteren van buitenlandse regeringen, geen vergaderingen van het CGI in het buitenland houden of zich bemoeien met het dagelijks bestuur van de stichting. De oud-president zal ook zijn toesprakenagenda ter goedkeuring voorleggen aan het ministerie van Buitenlandse Zaken en het Witte Huis. Veel geldschieters komen uit het buitenland en kruisen mogelijk het pad van zijn echtgenote Hillary, als zij minister wordt.Met de concessies van Bill Clinton lijken de grootste obstakels voor de voordracht van Hillary uit de weg geruimd. Het zag er een tijd naar uit dat de ondoorzichtige buitenlandse netwerken waarmee Bill Clinton zijn stichting financierde voor het team van Obama onaanvaardbaar waren omdat ze diens regering in diskrediet zouden kunnen brengen.
De kritiek die Obama tijdens de strijd om de Democratische nominatie voor het presidentschap op Hillary Clinton had, lijkt vergeten. Tijdens de voorverkiezingen liet het campagneteam van Obama geen gelegenheid onbenut om eraan te herinneren dat Hillary Clinton destijds voor de Amerikaanse inval in Irak had gestemd. De door haarzelf benadrukte betrokkenheid bij het buitenlands beleid van haar man werd door het team van Obama consequent in twijfel getrokken.
Ze droeg ook zelf bij aan die twijfel over haar rol, toen uitkwam dat ze tijdens haar aankomst in Bosnië helemaal niet had hoeven wegduiken voor geweervuur, zoals ze in een toespraak had gezegd, maar gewoon op het vliegveld poseerde met overheidsfunctionarissen en kinderen. Clinton weet die flater later aan „campagnevermoeidheid.”
Op haar beurt bleef ze hameren op Obama’s onervarenheid. Over zijn toespraak in 2002 waarin hij stelling nam tegen de Amerikaanse inval in Irak schamperde ze: „Er waren toen zo veel mensen die toespraken tegen de oorlog hielden.”
Nadat Obama de Democratische nominatie had veroverd, begon het verzoeningsproces. Volgens zijn medewerkers was Obama al maandenlang van plan om Hillary Clinton voor Buitenlandse Zaken te vragen. Op 13 november hadden de twee in Chicago een lang gesprek over buitenlands beleid.
Daarbij zou Clinton, na aanvankelijk enthousiasme, toch zijn gaan aarzelen over het opgeven van haar Senaatszetel voor de staat New York. Die bezwaren zouden zijn weggenomen nadat Obama haar had beloofd dat ze haar eigen staf mocht samenstellen en altijd direct toegang tot hem zou hebben.
Inmiddels is het kamp van Obama 180 graden omgedraaid. William Daley, een adviseur van Obama, vond haar tijdens het weekend „een geweldige aanwinst voor deze regering.” David Axelrod, Obama’s campagnestrateeg die in de regering zijn belangrijkste adviseur wordt, noemde haar „aantoonbaar bekwaam, taai en briljant.”