Linkse oppositie wint verkiezingen Roemenië
De linkse oppositie heeft de parlementsverkiezingen in Roemenië zondag gewonnen. De door Mircea Geoana geleide Sociaal–Democratische partij, die ook een blok van voormalige communisten omvat, behaalde volgens exit polls 36 procent van de stemmen.
De Democratisch Liberale Partij van president Traian Basescu werd met bijna 31 procent tweede, op ruime afstand gevolgd door de centrum–rechtse Liberale Partij van premier Calin Popescu Tariceanu met twintig procent. Een partij die etnische Hongaren vertegenwoordigt haalde 6,7 procent. De ultranationalistische Groot–Roemenië Partij bleef onder de vijf procent en is daardoor niet vertegenwoordigd in het parlement. De opkomst van de kiezers was nog geen veertig procent.‘De Sociaal–Democraten hebben deze verkiezingen gewonnen’, zei partijleider Geoana. ‘De boodschap van de Roemeense kiezers vanavond is dat zaken niet meer werken. De boel moet met een Sociaal–Democratische regering fundamenteel veranderen.’
Toch had de linkse partij gehoopt op een grotere overwinning. Het is de vraag of andere partijen bereid zijn tot een coalitie. Verscheidene kopstukken van de Sociaal–Democraten zijn aangeklaagd wegens corruptie en de partij heeft een slecht publiek imago. De volgende regering van Roemenië zou daardoor vrijwel identiek kunnen zijn aan de huidige.
Tariceanu vatte het verlies van zijn partij niet al te zwaar op. ‘Ik wil dat Roemenië vooruit gaat, niet achteruit.’ Critici verwijten de minderheidsregering van Tariceanu het land aan de wereldwijde economische crisis te hebben blootgesteld door het vrijemarktbeleid dat Roemenië ook heeft rijp gemaakt om in 2007 te worden toegelaten tot de Europese Unie. De afgelopen drie jaar groeide de Roemeense economie met gemiddeld acht procent per jaar. Maar vorige week legde autofabrikant Renault–Dacia de productie tot 7 december stil. Ook staalfabrikant Arcelor–Mittal kondigde aan een een fabriek in het westen van het land tijdelijk te moeten sluiten omdat de wereldwijde vraag is gekelderd.