Mazen in de wet
Gemeentelijke reinigingsdiensten hebben het meestal niet zo op de actievoerders van Loesje. Pogingen van de gemeenten Eindhoven en Leiden om juridische stappen te nemen tegen de posterplakkers van Loesje liepen echter op niets uit.
Eindhoven In september 1997 veroordeelde de Eindhovense politierechter drie Eindhovense posterplakkers wegens herhaaldelijke overtreding van het plak-en-kladartikel uit de algemene plaatselijke verordening (APV) en de weigering de daaruit voortvloeiende boetes te betalen. Op 22 februari 2000 sprak het hof Den Bosch de drie echter vrij.
De reden: tijdens het proces bleek dat Eindhoven ondanks herhaald aandringen heeft verzuimd te zorgen voor voldoende aanplakplaatsen. Als gevolg daarvan werd de APV, een op zich geoorloofde inperking van de vrijheid van meningsuiting, onverbindend verklaard. Eenzelfde tafereel herhaalde zich bij twee andere plakkers, op 8 oktober 2002.
Leiden
Het college Leiden paste begin 2002 twee keer bestuursdwang toe op de vereniging Loesje. Posters op vuilnisbakken en andere gemeentelijke eigendommen moesten binnen 24 uur worden verwijderd. Zo niet, dan zouden de kosten op Loesje worden verhaald.
Centraal stond opnieuw de APV, die „het aanplakken, of op andere wijze bevestigen of doen bevestigen van een aanplakbiljet op de weg of op een onroerend goed hetwelk zich op of aan de weg bevindt, verbiedt.” Centrale vraag daarbij was welke betekenis aan de woorden ”doen bevestigen” moest worden gehecht.
Alleen het geven van een opdracht aan derden, of anderszins actieve bemoeienis hebben, valt daaronder, oordeelde de Raad van State op 15 januari 2003. Het enkel verstrekken van biljetten, of anderen in de gelegenheid stellen ze aan te brengen, dus niet.
Uitgerekend dat gebeurde in Leiden, betoogde de plaatselijke vereniging Loesje. „Wij plakken niet zelf, maar stellen slechts posters beschikbaar op de site. Bovendien bevat de site een disclaimer die gebruikers waarschuwt alleen posters te plakken waar dat is toegestaan.”
Zo bekeken is Loesje inderdaad geen ’doe-plakker’ in de zin van het plak-en-kladartikel uit de APV, oordeelde vervolgens ook de rechter. Gevolg: Loesjes beroep tegen de bestuursdwang werd gegrond verklaard.