Dat stelt de Algemene Onderwijsbond op grond van het ”Beloningsonderzoek basisonderwijs” waarvan de bond de resultaten eind deze week publiceert in het Onderwijsblad. De uitkomsten zijn gebaseerd op gegevens van het ministerie van OCW.Slechts op een enkele basisschool komen leraren door het beloningsbeleid in een hogere salarisschaal terecht, stelt de AOb. Zo kiezen de vernieuwingsschool Wittering.nl in Den Bosch en het protestantse schoolbestuur van Leiderdorp ervoor niet alle docenten in de allerlaagste salarisschaal (LA) te plaatsen, maar afhankelijk van hun rol op school in de beter betalende schaal LB.

De bond noemt de onderzoeksresultaten „verrassend, omdat besturen in 2001 hadden afgesproken om één op de tien leraren in een hogere functie te benoemen. In totaal is in 2007 slechts 1,2 procent in de beter betalende schaal LB terecht gekomen. Tussen 2010 en 2014 moet in het kader van het Convenant LeerKracht ten minste 42 procent van de leraren doorstromen naar een hogere salarisschaal. In de uitwerking van het convenant zijn afspraken gemaakt over het doorvoeren van deze veranderingen.”

Uit het onderzoek onder 6587 basisscholen blijkt dat op 882 scholen een enkeling iets beter wordt betaald dan LA. Meestal wordt dat toeval genoemd -de hogere inschaling is daar het gevolg van fusies met het speciaal onderwijs of van het feit dat een voormalige directeur na een fusie met behoud van salaris weer voor de klas ging staan-; slechts een enkele keer gebeurt het bewust. En op de overige scholen gebeurt het in het geheel niet dat leraren beter betaald worden.

„Het maakt nogal wat uit in welke schaal leraren worden ingedeeld”, stelt de AOb. „Schaal LB betaalt meteen al 82 euro per maand meer dan de LA-schaal. Uiteindelijk loopt het verschil op tot 316 euro per maand.”

De AOb heeft de gegevens van alle scholen op zijn website gezet (www.aob.nl).