Simitis reist door Europa omdat Griekenland 1 januari voorzitter van de Europese Unie wordt, ruim twee weken na de cruciale Europose top van Kopenhagen in december.

Premier Balkendende beklemtoonde na afloop van het gesprek dat het Griekse voorzitterschap samenvalt met een uiterst belangrijke periode voor de toekomst van Europa. De EU moet in Kopenhagen knopen doorhakken over uitbreiding van de unie. Griekenland zal dan die besluiten volgens Simitis in het voorjaar moeten uitvoeren.

De twee wisselden volgens Balkenende van gedachten over zowel de voorgenomen uitbreiding als de kwesties Cyprus en Turkije. Het eiland Cyprus is nog steeds opgedeeld in een Grieks-Cypriotisch zuiden en een door Turkije in het leven geroepen Turkse Republiek in Noord-Cyprus. De staat wordt alleen door Turkije erkend.

Simitis zei dat het onlangs door de Verenigde Naties gepresenteerde plan om Cyprus te herenigen de mogelijkheid biedt eindelijk een einde aan de deling te maken. Formeel kan Cyprus lid worden van unie zonder de hereniging maar Simitis hoopt dat de Turks-Cyprioten positief ingaan op het plan, en er een oplossing komt voor de top van Kopenhagen van 12 en 13 december.

Turkije eist in steeds krachtiger bewoordingen dat die topconferentie een exacte datum geeft om de onderhandelingen over de Turkse toetreding tot de unie te beginnen.

De regeringsleiders spraken volgens Balkenende voorts over Europese zaken zoals het landbouwbeleid, economische integratie, sociale cohesie en de conventie onder leiding van de Franse ex-president Giscard d’Estaing. Simitis stelde vast dat die conventie suggesties zou doen over de toekomstige bestuursvormen van de unie maar dat zij inmiddels van plan lijkt aan blauwdrukken te werken voor de toekomstige unie. De Griekse regeringsleider zei dat hij net als zijn Nederlandse collega van mening is dat er een sterke Europese Commissie (dagelijks bestuur) moet komen en dat de unie geen losse federatie van staten mag worden.

De premiers menen dat de in 2000 in Lissabon gemaakte afspraken over werkgelegenheid, onderwijs, sociaal beleid, technische vernieuwing en onderzoek meer concrete vorm moeten krijgen.