Denen geven Groenland meer vrijheid
Denemarken maakt de band met Groenland een flink stuk losser en laat het eigendomsrecht op de bodemschatten over aan de Groenlandse bevolking. Daarin voorziet een nieuw akkoord over het zelfbeschikkingsrecht van het grootste eiland ter wereld.
De nieuwe regeling wordt medio volgend jaar van kracht, mits de Groenlandse bevolking het er tegen de verwachting in niet mee eens blijkt te zijn en de overeenkomst bij het op 25 november te houden referendum wegstemt. Gemengde gevoelens zijn er niettemin aan beide zijden. Denemarken verkleint zijn greep op Groenland met tegenzin, omdat het eiland juist de afgelopen jaren een groeiend geopolitiek gewicht heeft gekregen. Naarmate het ijs op de Noordpool dunner wordt, stijgt de internationale interesse voor het gebied vanwege de delfstoffen die daar wellicht op termijn te winnen zijn.Anderzijds kost Groenland de Deense belastingbetaler al sinds jaar en dag geld. Elk jaar maakt het ministerie van Financiën een slordige 450 miljoen euro over. Zonder die bijdrage zou het er qua welzijnsniveau voor de 56.000 Groenlanders aanzienlijk somberder uitzien. Het akkoord over een uitbreiding van het zelfbestuur bevat met name op dat punt een belangrijke clausule waar menige Groenlander zijn twijfels over zal hebben. Ten eerste wordt het bedrag namelijk bevroren en tevens is het de opzet dat het wordt verrekend met de inkomsten die het eiland verwerft uit de exploitatie van de grondstoffen in de bodem. In de West-Groenlandse wateren wordt bijvoorbeeld al jaren gezocht naar olie en gas. Het moet er zijn, zo geloven geologen. De exploratieboringen hadden desondanks echter nog geen succes.
Op een na alle politieke partijen in Groenland stellen zich echter achter de overeenkomst en werken daarom aan een positieve uitslag van de volksstemming op 25 november. Het akkoord heeft namelijk meer positieve kanten dan negatieve, legt de al lang in de Deense volksvertegenwoordiging zetelende parlementariër en ex-landsbestuursvoorzitter, Lars Emil Johansen, uit. „Er is maar een minpunt, namelijk dat we door de bank genomen geen uitbreiding van de bevoegdheden bij het buitenlandse beleid krijgen. De internationale belangenbehartiging van Groenland blijft in handen van het ministerie van Buitenlandse Zaken in Kopenhagen, en dat is uiteraard zeker op de lange termijn niet bevredigend. We worden echter wel nauwer betrokken bij het beleid. Het zal niet meer zonder ons worden gevoerd, maar formeel zijn we desondanks op deze manier nog even ver als in de koloniale tijd”, aldus de politicus, die meent dat aan de feitelijke afhankelijkheid alleen echt een eind kan komen als Groenland staatkundig volledig zelfstandig wordt.
Van een zelfstandige staat Groenland zal echter ook halverwege volgend jaar nog geen sprake zijn. In de voorlichting van het eilandbestuur met het oog op het referendum wordt dat sterk benadrukt. Toch is er sprake van enorme terreinwinst. Johansen: „De grootste winst is dat in het akkoord de Groenlanders worden erkend als volk. Tot dusver staan we in Denemarken te boek als een speciale bevolkingsgroep en zo gezien staan we op één lijn met bijvoorbeeld de bevolking van Jutland. Maar als volk in de zin van de VN-conventie hebben we het juridische recht om ons op elk moment zelfstandig te verklaren. Het gaat er dan niet meer om of we dat wel mogen, maar alleen nog om de procedure die daarvoor zal moeten worden gevolgd. Dat is ook psychologisch van grote betekenis.”
De andere grote winstpunten zijn dat Groenland het volledige eigendomsrecht krijgt over de grondstoffen in de bodem, dat de inheemse door de Inuit gesproken landstaal een officiële status krijgt en dat er een veiligheidsnet wordt gespannen onder de economie. Maar is volledige staatkundige en economische zelfstandigheid op langere termijn wel een doel? En zo ja, is dat haalbaar voor een land met een zo gering aantal inwoners? Johansen verwacht van wel, hoewel er met name in Denemarken economen en politici zijn die wat dat betreft grote twijfels koesteren.