Ongeveer 150 militante moslims verstoorden de herdenking, die buitenshuis werd gehouden, met geschreeuw. De politie kwam tussenbeide. Terwijl de moslims „Hezbollah, Hezbollah” schreeuwden, joelden de oppositieleden terug: „Bevrijd alle politieke gevangenen.”

De aanwezigen herdachten dat vier jaar geleden Dariush en Parvaneh Forouhar zijn vermoord. Zij hadden openlijk kritiek op het regime geuit. Voor de moord, en ook voor het vermoorden van andere Iraanse intellectuelen, zijn vorig jaar enkele voormalige veiligheidsagenten veroordeeld.

Ayatollah Khamenei, geestelijk leider van Iran, zei donderdag dat de recente studentenprotesten het werk zijn van pro-Amerikaanse „vijanden.” Hij waarschuwde dat nog meer protesten de kop zullen worden ingedrukt. De studenten zijn het niet eens met het doodvonnis tegen de hervormingsgezinde schrijver en hoogleraar geschiedenis Hashem Aghajari. „We hebben nu eenheid nodig, maar een groep zoekt naar excuses om chaos op de universiteiten te stichten”, zei de geestelijk leider tegen tienduizenden aanhangers in Teheran.

De rechtbank die Hashem Aghajari ter dood heeft veroordeeld, zal het vonnis pas volgende maand voor herziening naar het hooggerechtshof sturen, heeft de advocaat van Aghajari donderdag bekendgemaakt.

Zaterdag gaf Khamenei de rechterlijke macht opdracht het vonnis te herzien. Het hoofd van de behoudende rechterlijke macht, ayatollah Mahmoud Hashemi Shahroudi, liet daarop echter weten de normale procedure voor herzieningen te zullen volgen. Aghajari’s advocaat, Saleh Nikbakht, zei dat de rechtbank in de westelijke stad Hamedan hem had laten weten de zaak, gezien Aghajari’s weigering in beroep te gaan, niet voor 3 december naar het hooggerechtshof te zullen verwijzen. Dat is de uiterste datum waarop Aghajari in beroep kan gaan.

Door niet in beroep te gaan tart Aghajari de rechterlijke macht het vonnis uit te voeren. Het besluit om de herziening zo lang mogelijk op te houden lijkt bedoeld om gezichtsverlies voor de rechterlijke macht te beperken en het hervormingsgezinde kamp zo lang mogelijk de voet dwars te zetten.

Khamenei viel de hervormers die tegen het doodvonnis te hoop lopen donderdag in een gebedsdienst aan. Kennelijk doelend op het parlementslid Mohsen Armin, een partijgenoot van Aghajari, zei hij dat „de persoon die het establishment van dictatuur, antivrijheidsgezindheid en een antimensenrechtenbeleid heeft beschuldigd” een vijand of een door de vijand misleide figuur was. Hij fulmineerde ook tegen de VS, die volgens hem probeerden garen te spinnen bij de onenigheid onder de Iraanse bestuurders. Maar Abdollah Momeni, leider van de grootste hervormingsgezinde studentenorganisatie, Bureau voor Bevordering van de Eenheid, zei dat de vijanden van Iran hardliners waren, die zich tegen de keuze van de bevolking vastklampen aan de macht. „Irans vijanden zijn die conservatieven wier daden het land met schande overladen, die schrijvers en geleerden gevangenzetten, weigeren de stem van de bevolking te respecteren en opstaan tegen de gekozen president en het gekozen parlement.” Abdollah zei dat zijn organisatie had besloten de protestacties te staken om confrontaties met behoudende burgerwachten te vermijden. Hij zei dat aanvallen door deze groepen doorgaans niet bestraft en zelfs aangemoedigd worden.

Vice-president Mohammad Ali Abtahi had de rechterlijke macht er woensdag van beschuldigd studentenprotesten te hebben uitgelokt door te weigeren onmiddellijk gehoor te geven aan Khameneis opdracht tot herziening van het doodvonnis.