Zweden wil graag immigratieland zijn en blijven
Zweden wil graag een immigratieland blijven en handhaaft een in vergelijking met de rest van de EU buitengewoon soepel toelatingsbeleid. Dat blijft ook zo onder de huidige door de conservatieven, liberalen en christendemocraten gevormde regering, die zojuist een nieuwe en verbeterde regeling voor immigratie van arbeidskrachten van buiten de EU door het parlement aanvaard zag.
„Het Zweedse immigratiebeleid is niet gebaseerd op quoteringen en niet exclusief gericht op hooggekwalificeerde arbeidskracht”, zo heeft migratiebewindsman Tobias Billström in het verlengde daarvan deze week meteen maar even duidelijk gemaakt bij een werkbezoek aan India.Volgens Billström ziet Zweden de buitenlanders graag komen, en zeker ook immigranten uit India. „Immigratie is van vitaal belang voor het vermogen van Zweden om de uitdagingen van de toekomst op de arbeidsmarkt aan te gaan. Zelfs vandaag, in tijden van financiële crisis, is er een tekort aan arbeidskrachten in diverse sectoren en bedrijfstakken. Tevens draagt het bij aan een grotere culturele diversiteit en een meer open samenleving”, aldus de minister, die daarmee ongetwijfeld niet bij al zijn landgenoten de handen op elkaar krijgt, want ook in Zweden neemt het aantal ontslagen plotseling onrustbarend toe.
Onder de oppervlakte van de politieke consensus broeit bij delen van de burgerij bij voorbaat al een behoorlijke onvrede, zo menen analisten van de maatschappelijke ontwikkeling te weten. De gevestigde politieke partijen lijken er tot dusver niettemin moeiteloos in te slagen om op anti-immigratie inzettende groeperingen buiten de lijnen van het speelveld te houden.
Dit in tegenstelling tot de Scandinavische buurlanden Denemarken en Noorwegen, waar respectievelijk de Vooruitgangspartij en de Deense Volkspartij een grote aanhang hebben weten te mobiliseren. Deze partijen behoren met hun niet geringe aantal parlementszetels allang niet meer tot de splinters en hebben ook duidelijk hun stempel gezet op het beleid in de vorm van verregaande restricties.
Zo ver hebben de Zweedse tegenhangers van de Vooruitgangspartij en de Deense Volkspartij, Sverigedemokraterna (Zwedendemocraten), het nog lang niet geschopt en de vraag is ook of ze daartoe ooit in staat zullen zijn. De gevestigde partijen doen hun uiterste best om de Sverigedemokraterna vast te houden in het imago van politieke onzindelijkheid. Hierbij kunnen ze rekenen op het overgrote deel van de media, de machtige publieke omroeporganisaties voorop.
De tijd dat het mogelijk was om vertegenwoordigers van Sverigesdemokraterna iedere toegang tot de microfoon en de camera te weigeren is echter voorbij. Daar komt bij dat de groepering druk bezig is om zich te ontworstelen aan de eenzijdige focus op de immigratie en naar het voorbeeld van de Noorse en de Deense zusterpartijen zijn populariteit gestaag uitbouwt. Dit door bijvoorbeeld aandacht te besteden aan de belangen van het groeiende leger bejaarden. Ook de misdaadbestrijding staat hoog in het vaandel. De partij pleit los daarvan voor „een verantwoordelijk integratiebeleid”, waar voorheen zonder veel omhaal werd gezegd dat de grenzen voor buitenlanders dicht moeten.
De jongste statistieken laten zien dat dit hoe dan ook een forse wijziging voor het Zweedse beleid zou betekenen. In Zweden werd bijvoorbeeld vorig jaar door ruim 36.000 buitenlanders aangeklopt voor asiel. Dat komt neer op een groei van 49 procent ten opzichte van 2006 en op 4 asielzoekers per 1000 inwoners. In Nederland liep het aantal asielzoekers daarentegen met 51 procent terug naar 7100 ofwel 0,4 per 1000 inwoners, zo staat in dezelfde statistieken te lezen.
Met het genoemde aantal van 36.000 asielzoekers is Zweden met een forse afstand op de rest koploper in de EU. Alleen Griekenland, Groot-Brittannië en Frankrijk komen een beetje in de buurt met aantallen van rond de 25.000. Per duizend inwoners is de afstand echter weer even groot als die van Nederland. Even afgezien van de asielzoekers is het aantal verleende verblijfsvergunningen om andere redenen aan buitenlanders van buiten de EU volgens Billström tot nu toe echter relatief klein geweest. Dat wordt nu anders, gelooft hij.