De wereldberoemde instrumentenbouwer Stradivarius (1644-1737) bouwde violen die nu nog bekendstaan als de beste aller tijden. De kwaliteit van zijn instrumenten was met name te danken aan het soort hout dat Stradivarius gebruikte. Stradivarius gebruikte hout dat van nature een lage dichtheid bezat, van bomen die groeiden gedurende de zogenoemde ”kleine ijstijd”, die duurde van 1645 tot 1715. De temperaturen waren toen zo laag dat er slechts heel dunne jaarringen in het hout ontstonden, dat daardoor een relatief lage dichtheid kreeg.Een onderzoeker bij het Zwitserse laboratorium Empa slaagde erin om een paddenstoel te kweken waarvan de draden de celwanden in hout op heel bepaalde plekken aanvreten, waardoor een dichtheid in het hout ontstaat die vergelijkbaar is met die van het materiaal dat Stradivarius gebruikte. Onlangs werd van zulk hout een eerste viool gebouwd. Of die net zo goed zal klinken als een echte Stradivarius is nog even afwachten: binnenkort zullen kenners dat in een blinde test beoordelen.