Belgische OM eist straf tegen Vlaams Blok
Het Belgische Openbaar Ministerie heeft woensdag geëist dat drie stichtingen die verwant zijn met het Vlaams Blok, worden gestraft. De openbare aanklager betoogde in een proces in hoger beroep dat het Vlaams Blok de anti-racismewet overtreedt.
Woensdag was de eerste dag van de voortzetting van een omstreden rechtszaak. Drie stichtingen die bij het Vlaams Blok horen, zoals de club die voor de financiering zorgt, dreigen te worden verboden. Met een verbod op hulp aan het Blok komt het bestaan van de partij in gevaar.
Juridisch is het in België vrijwel onmogelijk om het Vlaams Blok zelf, de derde partij van Vlaanderen en veruit de grootste van Antwerpen, aan te pakken. Volgens het Blok gaat het om een politiek proces. Vorig jaar oordeelde de rechter dat hij zich niet over de kwestie kan uitspreken.
Het Openbaar Ministerie en enkele mensenrechtenorganisaties gingen in hoger beroep. Op de eerste zittingsdag betoogde de aanklager dat de kreet ’eigen volk eerst’ van het Blok niet zomaar een slogan is, maar de grondreden van het bestaan van die partij. In tegenstelling tot wat in Nederland gebruikelijk is, kan een openbare aanklager geen strafmaat eisen.
Het OM zorgde er woensdag voor dat het requisitoir minder politiek getint was dan de vorige keer. De aanklager wilde ’geen bloemlezing’ geven van de documenten van het Blok, die moeten bewijzen dat de partij de racismewet overtreedt. Volgens hem krijgt in alle geschriften het woord ’vreemdeling’ steevast een negatieve lading.
Voorman Filip Dewinter van het Vlaams Blok reageerde verbijsterd op het betoog. „Omdat wij over vreemdelingen praten en ons tegen de multiculturele samenleving uitspreken, zouden we ons aan racisme schuldig maken. Wij zeggen helemaal niet dat het ene ras superieur is aan het andere”, zei hij.
Voor de zitting in hoger beroep zijn drie dagen uitgetrokken: 20, 26 en 27 november.