Christelijke leiders doelwit terreurcel
In Indonesië zijn de afgelopen dagen strenge veiligheidsmaatregelen van kracht geworden. De regering vreest terreuraanslagen als vergelding voor de op handen zijnde executie van drie terroristen, verantwoordelijk voor de bomaanslag op Bali in 2002. Intussen is een nieuw Indonesisch terreurnetwerk blootgelegd dat christelijke predikanten als doelwit had.
De Indonesische politie en het leger hebben met name op Java duizenden manschappen ingezet. Bij de woonplaatsen van de drie terroristen Amrozi, imam Samudra en Ali Ghufron in Banten en Oost-Java worden strenge controles gehouden. Australië raadt zijn inwoners af naar Indonesië te reizen. En ook het ministerie van Buitenlandse Zaken roept reizigers op waakzaamheid. De grootste dreiging komt van kleine, onafhankelijk opererende terreurcellen.Op 21 oktober arresteerden Indonesische rechercheurs leden van de nieuwe terreurgroepering Tauhid Wal Jihad. Een van de doelen van de terreurorganisatie was het verzamelen van informatie over christelijke predikanten ter voorbereiding op aanslagen, meldde inspecteur generaal Abu Bakar Nataprawira van de Indonesische politie. De onthulling van de politie heeft bij kerkelijke organisaties tot grote onrust geleid. „Toch is het al langer bekend dat we doelwit zijn,” verklaart Tjahjadi Nugraha, voorzitter van de Indonesische vereniging voor predikanten. „De politie doet redelijk goed haar werk met de nieuwe arrestaties. We zijn niet bang voor aanslagen,” zegt Tjahjadi. In augustus molesteerden onbekende de rooms-katholieke priester Benny Susetyo.
Onder de arrestanten in Jakarta was terroristenleider Wahyu Ramadhan, alias Rusli Mardhani. Wahyu was de afgelopen jaren als lid van het extremistische Kompak betrokken bij terreuraanslagen tegen christenen op de Molukken en met name in Centraal-Sulawesi. Daar waren de afgelopen jaren diverse christelijke kerkleiders het doelwit van moordaanslagen. In oktober 2006 doodden onbekende schutters de leider van de protestantse kerk in Centraal-Sulawesi, Irianto Kongkolo.
Wahyu lijkt een brug te vormen tussen de oude generatie moslimextremisten, die vochten in Ambon en de Molukken, en extremistische jonge moslims, uit onder andere het Sumatraanse Palembang, die een heilige strijd tegen het christendom in Indonesië willen voortzetten.
Behalve met het opstellen van een dodenlijst van christelijke leiders, was de groep bezig met het ronselen van rekruten. Politiemannen arresteerden Wahyu in een woonwijkje achter het Pertamina Benzinedepot in Kelapa Gading, Noord-Jakarta. In het krot dat Wahyu had gehuurd, werden explosieven aangetroffen waarmee de terreurgroep het depot wilde opblazen.
Een kleine weg tussen hoge betonnen muren met prikkeldraad geeft toegang tot het enorme benzinedepot van staatsoliebedrijf Pertamina. De arrestatie is het gesprek van de dag in het armoedige krottenwijkje waar stenen huizen en houten bouwseltjes elkaar afwisselen. Gesluierde huisvrouwen spelen met kleine kinderen vrolijk op straat. De in islamitische kringen vaak gedeelde argwaan voor buitenstaanders en westerlingen ontbreekt in het volksbuurtje. De 45-jarige brommertaxirijder Achmad was een buurman van terrorist Wahyu. „De huiseigenaar had een bidplaats gebouwd en hield weleens bidbijeenkomsten. Maar hij had nooit politieke toespraken tegen Amerika of het Westen,” vertelt Achmad. De gezochte jihadstrijder Wahyu woonde er met vrouw en kinderen. Ze hadden een vreemd accent, maar echt achterdocht over het echtpaar was er niet. „Er wonen in deze omgeving ook christenen uit Oost-Indonesië. Mensen uit Flores en Ambon,” vertelt Achmad. Inmiddels heeft de Indonesische politie enkele arrestanten in Jakarta vrijgelaten. Op woensdag werd een terroristenleider in Cilacap, West Java opgepakt.
Terrorismedeskundigen in Zuidoost-Azië achten de kans op een terreuraanslag als vergelding gering. Wel wordt er rekening gehouden met straatrellen. Maar de Indonesische regering wil geen risico nemen. De politie en het leger hebben 1500 man extra ingezet om de veiligheid te bewaren.
In het Oost-Javaanse Tenggulun troffen bewoners een grote witgeschilderde ”H” aan op een grasveld. Het is de mogelijke landingsplaats van een helikopter om de lichamen van de twee geëxecuteerde terroristen Amrozi en Mukhlas naar hun oude woonplaats over te brengen. In het naarbijgelegen Surabaya verschenen posters in diverse straten waarop vergeldingsacties werden aangekondigd. Op Bali zijn 3500 politieagenten ingezet voor extra beveiliging. De drie ter dood veroordeelden hebben verzocht om de aanwezigheid van hun echtgenotes bij de executie. In Indonesië wordt de doodstraf uitgevoerd door een vuurpeloton.