„Canon niet verplicht stellen”
De Nederlandse overheid is altijd beducht geweest zich te mengen in het curriculum van scholen, zegt prof. dr. James Kennedy. Hij is een van de 23 hoogleraren en docenten die deze week hun zorg uitten over het verplicht stellen van de canon.
Met ingang van september volgend jaar wordt de canon van de Nederlandse geschiedenis opgenomen in de kerndoelen voor het basisonderwijs en de onderbouw van het voortgezet onderwijs. Dat besluit van de ministerraad begin oktober heeft een groep wetenschappers ertoe bewogen in de pen te klimmen. Het verplicht stellen van de canon in de kerndoelen van het onderwijs zou een „ernstige fout” zijn, schrijven 23 hoogleraren en docenten in een brief die deze week naar de Tweede Kamer is gestuurd.„Voor mij waren twee dingen beslissend om mee te doen met de brief”, zegt dr. James Kennedy, hoogleraar Nederlandse geschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam en deze week betrokken bij de aftrap van een „maritieme canon.” „Begrijp me goed, ik ben niet tegen verplichte leerstof als zodanig, daar gaat het niet om. Ik vind het alleen geen goede zaak dat de Kamer beslist wat verplichte leerstof moet zijn. Meestal besluit de Tweede Kamer niet over deze zaken. Meestal zegt de Kamer: Wij hebben vertrouwen in de educatieve instanties, laat hen bepalen wat verplicht is en wat niet. Wat je nu doet, is bevoegdheden die je bij het onderwijs neerlegt, weer terugnemen. Het is een vorm van micromanaging, je gaat te veel op de stoel van de onderwijsinstanties zitten.”
Een tweede punt dat Kennedy aanroert, is de hoeveelheid verplichte leerstof waarmee scholen nu al te maken krijgen. „Er is al zo veel leerstof die verplicht behandeld moet worden. De Tweede Kamer ontslaat leraren daar niet van, nee, de vijftig vensters komen erbij. Het is allemaal extra stof.”
De briefschrijvers menen dat „een zo gedetailleerde inmenging van de overheid in de vrijheid van scholen om zelf hun curricula samen te stellen” zich nog niet eerder in Nederland heeft vertoond. Historisch uniek dus? Kennedy: „Ik denk inderdaad dat de overheid dit in het verleden zo niet deed. De Nederlandse overheid is in bepaalde opzichten altijd beducht geweest om in te grijpen in het curriculum van scholen, juist vanwege de rol van het bijzonder onderwijs in Nederland. De verzuilde groepen bepaalden zélf de inhoud van het onderwijs. Als overheid legde je geen inhouden op, je stelde wel eisen aan procedures.”
Een overweging van de briefschrijvers is ook dat de canon „niet of uiterst moeizaam” past in de tien tijdvakken van de Commissie Historische en Maatschappelijke Vorming uit 2001 (kortweg: Commissie-De Rooy). Volgens Kennedy zijn deze tijdvakken pedagogisch gezien verantwoordelijker. „Ze zijn eenvoudiger, grijpbaarder en makkelijker inzetbaar in het onderwijs.”