Dat zei president Nout Wellink van De Nederlandsche Bank (DNB) donderdag tijdens een hoorzitting in de Tweede Kamer over de financiële crisis. Hij noemde de situatie „niet bevredigend.”De dekkingsgraad toont de mate waarin pensioenfondsen kunnen voldoen aan hun toekomstige verplichtingen. Om de reserves aan te vullen, kunnen de fondsen ervoor kiezen pensioenen niet te gaan indexeren, dat wil zeggen niet te compenseren voor verlies aan koopkracht door inflatie. Ook kunnen ze de premies verhogen.

Wellink stelde tijdens de hoorzitting dat de normale economie volgend jaar „substantieel” wordt geraakt door de kredietcrisis. Hij verwacht dat de economie in Europa volgend jaar groeit met 0 tot 1 procent. „Maar ik denk dat de groei eerder bij nul uitkomt dan bij 1 procent.”

Sinds het uitbreken van de kredietcrisis hebben banken wereldwijd afschrijvingen gedaan van 700 miljard euro, zei Wellink. De schade voor de totale economie is inmiddels opgelopen tot „dubbel dat bedrag.”

Volgens Wellink zou de gecoördineerde aanpak van de kredietcrisis geleidelijk moeten leiden tot enige stabiliteit in de financiële sector. „We zien dat de geldmarkt iets beter gaat lopen. Er is bij banken minder behoefte op het eigen geld te gaan zitten. Of er sprake is van een fundamentele verbetering, is nog niet zeker.”

In Nederland heeft nog geen enkele bank gebruikgemaakt van de garantieregeling van de overheid. Deze voorziet erin dat de staat garant staat voor interbancaire leningen. „Er is nog geen gebruik van gemaakt. Maar daarvoor bestaat de regeling te kort. We hebben net alle spelregels volledig uitgewerkt.”