Dat zegt R. van Schendelen, hoogleraar politicologie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, aan de vooravond van de behandeling van de voordracht in de ministerraad. „Het integratieprobleem heeft hij wel in de vingers”, stelde de politicoloog donderdag. „Maar Rotterdam kent meer grote, moeilijke portefeuilles, zoals de haven, de infrastructuur en de Europese lobby. Hij moet zijn kennis snel verbreden om te voorkomen dat hij een Rotterdamse minister van Integratie gaat worden.”Van Schendelen volgt de Rotterdamse gemeentepolitiek op de voet. In 2002 formeerde hij op verzoek van burgemeester Opstelten bij de formatie van het college van Leefbaar Rotterdam, CDA en VVD. „Aboutaleb gaat een zwaar jaar tegemoet”, voorspelt hij. „Rotterdammers geven hun nieuwe burgemeesters vooraf doorgaans weinig credits. Ook zijn voorgangers Opstelten, Peper en Van der Louw beoordeelde de bevolking bij hun start als licht.”

Aboutaleb kan overigens wel degelijk een positief verschil maken in de aanpak van de integratieproblemen in de havenstad, meent Van Schendelen. In Rotterdam is 45 procent van de bevolking van allochtone afkomst. „Het probleem is niet alleen de integratie tussen autochtonen en allochtonen, maar óók tussen mensen van allochtone afkomst onderling. Tussen die verschillende groepen bestaat ook nog veel onbegrip en onvrede. Een bijkomende trend is dat succesvolle allochtonen de stad verlaten, terwijl de probleemgevallen achterblijven.”

Volgens de politicoloog heeft de PvdA flink haar nek uitgestoken door Aboutaleb als kandidaat voor te dragen. „De keuze is gedurfd. De kans is reëel dat een deel van hun achterban nog niet klaar is voor een burgemeester van Marokkaanse afkomst”, legt hij uit. „Het is niet ondenkbaar dat die mensen wegblijven bij de stembus, of voor een alternatief kiezen, bijvoorbeeld als Wilders een lokale partij in Rotterdam begint.”

Een ander mogelijk scenario is dat de PvdA en Leefbaar elkaar juist vinden door de aanstelling van Aboutaleb. „Veel uitspraken van Aboutaleb over bijvoorbeeld integratie passen prima in het straatje van de Leefbaren. Het is goed denkbaar dat ze over twee jaar samen in één college belanden.”

Overigens begrijpt Van Schendelen sowieso alle commotie over de afkomst van Aboutaleb niet zo goed. „Want tegelijkertijd juichen we allemaal dat er op een afstand van acht uur vliegen een zwarte president wordt gekozen”, legt hij uit. In dat opzicht loopt Amerika lichtjaren op Europa voor. „In Europa is nog geen president of premier te vinden van niet-blanke komaf.”