Mogelijk toch controle atoombureau in Syrië
Syrië wil mogelijk toch weer waarnemers toelaten op een locatie waar het land volgens de Verenigde Staten bezig was een plutoniumcentrale te bouwen. Dat heeft de Syrische staatssecretaris van Buitenlandse Zaken woensdag gezegd.
Van de vermeende centrale is niets meer over omdat Israël het complex in september vorig jaar bombardeerde. Het Internationaal Atoomagentschap (IAEA) heeft er bodemmonsters genomen, die in eerste instantie geen uitsluitsel konden geven over nucleaire activiteiten. Het IAEA meldde dinsdag, naar aanleiding van nieuwe bevindingen over de monsters, dat het door wil gaan met het onderzoek.De Syrische staatssecretaris van Buitenlandse Zaken, Fayssal Mekdad, zei woensdag dat zijn land een eventueel verzoek van het IAEA om meer onderzoek te mogen doen op de locatie in overweging zou nemen. Dat klonk een stuk meegaander dan Syrië zich de laatste tijd opstelde.
Het IAEA zou ook graag onderzoek doen op drie andere locaties, maar dat kan Syrië naar eigen zeggen niet toestaan omwille van militaire veiligheidsbelangen.
Syrië heeft woensdag tegengesproken dat bij de Amerikaanse lucht- en grondaanval van zondag op een Syrisch dorp bij de grens met Irak een hoge medewerker van de terreurgroep al-Qaida in Irak is gedood. Het zegt dat alle acht dodelijke slachtoffers de Syrische nationaliteit hebben en dat Washington en Bagdad verontschuldigingen en compensatie zouden moeten aanbieden.
Het Syrische ministerie van Buitenlandse Zaken ontbood de Amerikaanse zaakgelastigde en verwittigde haar formeel van de sluiting van een Amerikaanse school en een Amerikaans cultureel centrum in Damascus. Het besluit daartoe werd dinsdag genomen door het Syrische kabinet.
De Syrische onderminister van Buitenlandse Zaken Fayssal Mekdad eiste een onderzoek in Irak en benadrukte dat Iraaks grondgebied niet mag worden misbruikt voor aanvallen op buurlanden. Hij waarschuwde dat het incident alle bilaterale overeenkomsten en contacten tussen Syrië en Irak op losse schroeven zet.
Amerikaanse inlichtingenbronnen zeiden dinsdag dat de aanval was gericht tegen Abu Ghadiyah, een hoge medewerker van al-Qaida in Irak. Hij zou leiding hebben gegeven aan een netwerk dat buitenlandse strijders en wapens over de grens naar Irak smokkelde.