Buitenland

Hongerbuikjes als keiharde realiteit

Geen ouders, geen grootouders, geen ooms of tantes die voor hen kunnen zorgen. Niemand meer. „We helpen echt de aller-, allerurgentste gevallen.”

L. Vogelaar
23 October 2008 10:51Gewijzigd op 14 November 2020 06:36
Stichting Stephanos werkt sinds 1989 in Malawi en begon vijf jaar later op verzoek van de overheid met de verzorging van weeskinderen. „We hebben veel schrijnende gevallen gezien, kinderen die jaren achterliepen in gewicht.”
Stichting Stephanos werkt sinds 1989 in Malawi en begon vijf jaar later op verzoek van de overheid met de verzorging van weeskinderen. „We hebben veel schrijnende gevallen gezien, kinderen die jaren achterliepen in gewicht.”

De 110 kinderen in het weesdorp van stichting Stephanos in Malawi hebben geen enkel familielid dat hun verzorging op zich kan nemen. Zo’n 150 andere kinderen wonen nog wel bij een oma of tante, maar komen naar Stephanos voor dagopvang, kleding, voedsel en medische verzorging. „Als het even kan, proberen we hen onder de hoede van een familielid te laten”, zegt voorlichter J. W. Akster. „We wijzen soms aanmeldingen voor het weesdorp af, als we merken dat de familie er onderuit probeert te komen. Het valt ook niet mee als je zo arm bent en je krijgt er opeens de zorg voor de kinderen van je overleden broer of zus bij.”En dat gebeurt heel veel. „Er vallen zo veel slachtoffers door aids en malaria, juist onder de middengroep. De kinderen en de bejaarden blijven over. Op een bevolking van 12 miljoen inwoners wordt het aantal weeskinderen in Malawi op een half tot anderhalf miljoen geschat. Het zijn ramingen die ver uiteenlopen, want een burgerlijke stand is er niet. Het is onmogelijk dat hulporganisaties al deze kinderen opvangen. Daarom blijft de zorg zo veel mogelijk bij de families liggen. Er zijn echter veel schrijnende gevallen; kinderen die niemand hebben die naar hen omkijkt.”

Het Afrikaanse land behoort tot de tien armste landen ter wereld. Naar schatting overlijdt 20 procent van de kinderen voor de vijfde verjaardag. Recent is de oogst door droogte gedeeltelijk mislukt, waardoor de ellende nog groter werd. In die omstandigheden probeert de interkerkelijke stichting Stephanos hulp te bieden. Bewust is er geen weeshuis gebouwd, maar een weesdorp. „In elke hut tien tot twaalf kinderen, waar een vrouw -vaak een weduwe- hen verzorgt en opvoedt. Zo lijkt het zo veel mogelijk op een gezinssituatie. Via dorpsprogramma’s proberen we hele dorpen vooruit te helpen, zodat ze ook beter zelf voor de weeskinderen kunnen zorgen. Zo bereiken we nog eens 3000 weeskinderen.”

Stephanos werkt sinds 1989 in Malawi en begon vijf jaar later op verzoek van de overheid met de verzorging van weeskinderen. Behalve drie Nederlanders -Akster hoopt er volgend jaar als vierde naartoe te gaan; hij gaat het onderwijs uitbouwen- bestaat het personeel uit Malawianen.

Tanja Kuiper en Moniek Lindenholz, die het project de afgelopen zomer bezochten, waren diep onder de indruk: „Iedere vrijdagochtend komen er moeders met kleine kinderen uit de omliggende dorpen naar het consultatiebureau op het weesdorp. De moeders hadden hiervoor soms wel vier uur gelopen. Al deze kinderen zijn zwaar ondervoed en draaien een halfjaar mee in het voedselprogramma van Stephanos. Toen we met eigen ogen de hongerbuikjes van de kinderen zagen, werden we keihard geconfronteerd met de realiteit in Malawi. We hebben veel schrijnende gevallen gezien, kinderen die jaren achterliepen in gewicht. Veel kinderen hebben ook nog malaria of aids. Na het wegen krijgen de kinderen een bord maispap en krijgen ze extra voedsel mee voor de rest van de week.”

„De hulporganisaties zouden veel meer willen doen, maar het is moeilijk overheidsgeld los te krijgen”, zegt Akster. „Incidenteel wordt het geld dat wij voor een project bijeengebracht hebben door een overheidsorganisatie verdubbeld. Meestal gaat het echter stroperig. De Nederlandse regering en de Europese Unie kiezen ervoor samen te werken met de landelijke regeringen, terwijl daar juist veel aan de strijkstok blijft hangen. Malawi krijgt vanwege corruptie zelfs helemaal geen ontwikkelingsgeld uit Nederland meer. Organisaties zoals Stephanos kiezen voor samenwerking met plaatselijke overheden, zodat het geld regelrecht naar de locaties gaat waar het nodig is.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer