Khamenei ageert tegen doodvonnis
De hoogste geestelijk leider van Iran, ayatollah Ali Khamenei, heeft de opperrechter gelast het doodvonnis tegen de hervormingsgezinde hoogleraar Hashem Aghajari te herzien, heeft diens advocaat zondag bekendgemaakt.
Aghajari werd op 6 november door een rechtbank in het West-Iraanse Hamedan ter dood veroordeeld wegens het beledigen van de islam en het uiten van kritiek op Iraanse geestelijken van de harde lijn. Het vonnis leidde tot massale studentenprotesten.
Volgens advocaat Saleh Nikbakht zal Khamenei’s bemoeienis met de zaak er zeer waarschijnlijk toe leiden dat het doodvonnis wordt herroepen.
Khamenei pleegt bij rechterlijke beslissingen alleen tussenbeide te komen als een ernstige politieke crisis dreigt of als hij de Iraanse nationale eenheid of veiligheid in gevaar acht. De laatste keer dat hij intervenieerde was in januari, toen hij de vrijlating gelastte van een hervormingsgezind parlementslid, dat was veroordeeld wegens het beledigen van de rechterlijke macht en de zaak was uitgelopen op een confrontatie tussen het parlement en de rechterlijke macht.
Het doodvonnis tegen Aghajari heeft geleid tot de grootste protesten in drie jaar tijd in Iran. Dagelijks gaan duizenden studenten in Teheran de straat op om hun eis kracht bij te zetten dat het vonnis moet worden herroepen.
In Teheran kwam het gistermiddag tot gewelddadige confrontaties tussen studenten en aanhangers van Aghajari enerzijds en islamitische betogers anderzijds. De studenten waren bijeengekomen in een aula van de universiteit om te protesteren tegen het doodvonnis van Aghajari. Zij werden aangevallen door ongeveer 300 voorstanders van het doodvonnis.
Aghajari, hoogleraar geschiedenis, zei in juni tijdens een publieke toespraak in Hamedan dat de komende generaties Iraniërs hun eigen uitleg aan de islam zouden moeten kunnen geven. Hij bekritiseerde daarbij de gevestigde geestelijke leiding die vasthoudt aan oude interpretaties van het geloof.
De kwestie heeft de spanning opgedreven in de machtsstrijd tussen hervormingsgezinden, die meer sociale en politieke vrijheid nastreven, en de conservatieven, die heersen over politie en justitie en de belangrijkste machtsposities in Iran bezetten.
Zo heeft de hervormingsgezinde president Mohammad Khatami verklaard dat het doodvonnis nooit uitgesproken had moeten worden en erop aangedrongen dat de zaak op een aanvaardbare manier wordt geregeld om problemen in het land te vermijden.