Buitenland

Albanezen vinden in Italië eindelijk hun weg

Bijna twintig jaar na hun massale toevlucht tot Italië lukt het de Albanezen zich eindelijk in hun nieuwe vaderland te nestelen. Met dank aan de Roemeense immigranten.

Van onze correspondent
17 October 2008 23:47Gewijzigd op 14 November 2020 06:34

Het vrachtschip Vlora was tot de nok toe gevuld. Niet met containers, maar met Albanese vluchtelingen. De opvarenden hadden zelfs in de masten en op de boegspriet een plekje gevonden. In totaal zo’n 20.000 Albanezen maakten in de zomer van 1991 met dit schip de oversteek over de Adriatische Zee naar het Italiaanse Bari.De aankomst van het schip, die wereldwijd grote media-aandacht kreeg, zorgde zeventien jaar geleden voor een omslag in de beeldvorming over immigratie. Weliswaar zette Italië een spontane humanitaire actie op touw om de opvarenden van de Vlora te helpen, maar de omvang en de consequentie van illegale immigratie werd het land plotseling ook heel helder. Het algemene publiek realiseerde dat er niet alleen sprake was van het sporadisch aanspoelen van Albanezen in gammele bootjes, maar van een ware exodus.

De Albanese toestroom bleef inderdaad niet beperkt tot het vrachtschip Vlora. In totaal kwamen in de jaren 90 mogelijk wel een miljoen Albanezen richting Italië, dat via de Adriatische Zee relatief dichtbij is. De massale en ongecoördineerde toestroom leidde tot heel wat problemen. Nogal wat Albanezen kozen het verkeerde pad. In het jaar 2000 bijvoorbeeld was 16 procent van het aantal zware misdrijven op het conto van Albanezen te schrijven. Ook bij individuele acties, zoals verkeersongevallen waarbij alcohol in het spel was, kwamen Albanezen negatief in het nieuws.

Acht jaar later kan het beeld worden bijgesteld. Het aantal Albanezen dat met justitie in aanraking kwam, daalde met de helft. In zestien categorieën van soorten misdrijven, die de krant La Repubblica deze week publiceerde, staan Albanezen alleen nog op nummer één wat betreft inbraak (uit de cijfers kwam nog iets opmerkelijks aan het licht: relatief de meeste bankovervallers in Italië zijn Duitsers).

De Albanezen hebben hun plekje gevonden in Italië, blijkt uit een rapport van de rooms-katholieke hulporganisatie Caritas over de actuele economische en sociale situatie van Albanezen. Daaruit blijkt dat in Italië nu officieel 420.000 Albanezen wonen, van wie de helft werk heeft. Er is een tamelijk hoog percentage van (kleine) ondernemers (15.000) en de rest bestaat uit minderjarigen en andere niet-werkzame familieleden (vooral huisvrouwen).

Een reden dat Albanezen het beter doen, is volgens de opstellers van het rapport onder andere het gevolg van massale legalisering van Albanezen door drie generale pardons in de afgelopen tien jaar. Tegelijkertijd werd serieus werk gemaakt van repatriëring. Twee jaar geleden werden bijna 140.000 Albanezen over de grens gezet, een stijging van 40 procent in twee jaar tijd. De Albanezen die blijven, zo is de teneur, willen iets van hun toekomst maken. Een relatief groot aantal is bijvoorbeeld ingeschreven aan de universiteit.

De Albanezen hebben de omslag niet helemaal aan zichzelf te danken. Hun slechte imago is deels overgenomen door een andere groep van immigranten, Roemenen, die de laatste jaren hun toevlucht in Italië hebben gezocht. In Italië staan officieel 625.000 Roemenen geregistreerd. Deze groep heeft de Albanezen als omvangrijkste groep niet-Italianen ingehaald. Een deel van de Roemenen komt zeer slecht in het nieuws. Uit de verbeterde situatie van Albanezen in Italië putten de onderzoekers echter hoop. „De Albanezen vormen het voorbeeld dat ook de situatie van de Roemenen zich kan verbeteren”, meent onderzoeker Antonio Ricci.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer