Heibel om een heg
Ze waren blij met de koop van hun vooroorlogse twee-onder-een-kapwoning in Ermelo. Maar al de eerste dag na hun verhuizing kwamen Laurens en Jacolien van Houten in contact met de buurman, die heibel maakte over een plank die tegen de heg stond. Het contact ging er in de loop van de jaren niet op vooruit. Toen de buren lawaai begonnen te maken zodra de Van Houtens de gordijnen dichttrokken om te gaan slapen, besloten die hun huis te koop te zetten. „De buurvrouw ontloop je niet.”
Achteraf gezien heeft het allemaal zo moeten gaan, geeft Jacolien van Houten aan. „We hebben het in ons nieuwe huis aan de bosrand van Ermelo nu goed naar onze zin. De kinderen hebben vrienden en we hadden hier zo’n grote tuin dat we konden uitbouwen toen bleek dat ik in verwachting was van een tweeling. Dat had in ons oude huis niet gekund.”Toch, verhuizen vanwege de buren is nooit leuk. Want ook al wonen ze nu alweer zestien jaar met veel plezier in hun nieuwe woning; Laurens en Jacolien van Houten kunnen zich de woede en frustratie die uiteindelijk tot de verhuizing leidden nog goed voor de geest halen. „Het is zo afschuwelijk als het niet botert met de buren. We werden er allemaal chagrijnig van.”
Eerste dag
Wanneer het precies begon? Het echtpaar Van Houten weet het nog goed. „De eerste dag dat we in ons toenmalige huis woonden. De buurman belde aan. We waren nog druk met de verhuizing en ik had een plank tegen de heg aangezet. De buxushaag stond tussen onze huizen in. De buurman reageerde enorm gepikeerd. Of ik wel wist dat die heg zo kapotging, zei hij. En of ik de plank meteen wilde weghalen.” Jacolien van Houten: „Dat was onze eerste kennismaking. Ik weet nog dat ik dacht: Goedenavond. Fijn dat u zich even voor komt stellen.”
Een paar dagen later kwam ook de buurvrouw aan de deur. „Ze had afdrukken van poten van onze hond op het grind ontdekt. Ze zei erbij: Ik wil dat niet meer zien.”
Die eerste twee bezoekjes zetten de toon van de omgang met de buren. „Ze bleven maar aan de deur komen. En het ging bijna altijd over de heg. Of over het grind. De eerste tijd vertelde ik als ze weer kwam klagen over pootafdrukken dat wij ook wel eens kattenpootjes van hun huisdier op ónze auto hadden gezien. Dan droop ze af. Maar ze bleef terugkomen.
Op een gegeven moment liet ik al die opmerkingen maar langs me heen gaan, maar het punt was dat het grindpaadje tussen onze beiden huizen in lag. Zodra ik de hond uitliet, moest hij over dat grind heen.”
Laurens van Houten: „De buurman vertelde ons steeds dat de heg en het grind van hen waren. Maar dat was maar zeer de vraag, omdat in de koopakte stond dat het bij ons huis hoorde. Ik besloot uiteindelijk samen met de buurman naar het Kadaster te gaan om tekeningen van het huis in te zien. Hij ging mee en we sloegen thuis aan het rekenen. Maar hij was zo overtuigd van zijn gelijk, dat hij zijn centimeter steeds verkeerd hield, zodat het in zijn voordeel uitpakte. Ik heb de vraag van wie de heg en het grind waren vanaf die tijd maar laten rusten. Ik was er inmiddels achter dat er met hem niet te praten viel.”
Jacolien van Houten: „Op een dag had ik de heg aan onze kant geknipt. Ik kreeg er enorm van langs. Want ik had het volgens hen helemaal niet goed gedaan. Het punt was alleen: als ik niks aan de heg had gedaan, dan had ik te horen gekregen dat ik onze kant verwaarloosde. Het was gewoon nooit goed wat wij deden.”
Pestgedrag
Behalve de vele bezoekjes waarin allerlei klachten werden geuit kreeg de familie Van Houten last van pestgedrag. „De buren waren op de een of andere manier zo op ons gefixeerd dat ze ons steeds vaker bewust overlast bezorgden. Ze hielden echt de hele dag bij wat we aan het doen waren. Gingen wij naar bed, dan begonnen zij lawaai te maken. Ook zetten ze steeds de auto zo tegen de rand van het pad dat wij er niet meer goed langs konden. En ze toeterden luid als ze weggingen. Ook zette de buurman regelmatig om vijf uur ’s morgens zijn motor voor ons slaapkamerraam en liet hem gerust een halfuur of langer stationair draaien.”
Op een dag zag Van Houten zijn buurman op zijn buik achter de heg liggen. „Hij riep onze hond. Ik weet tot op de dag van vandaag niet wat hij met hem van plan was, maar toen ik eraan kwam, liep hij snel weg. Ik geloof vast dat hij iets met onze hond wilde uitspoken.”
De politie inschakelen? Dat durfde het echtpaar niet. Laurens van Houten: „Als wij de politie hadden ingeschakeld, weet ik zeker dat de situatie helemaal zou zijn geëscaleerd. Dat had de buurman echt niet op zich laten zitten. En wat heb je daaraan? Het blijven je buren die je elke dag tegenkomt.”
Jacolien van Houten: „Ik was bang voor hem. Hij was een boom van een kerel, grote fan van de rockgroep Normaal. Toen wij voor de eerste en meteen laatste keer voor een verjaardag bij hen thuis waren uitgenodigd, zaten bijna al zijn vrienden stomdronken schuine moppen te vertellen. Ze urineerden in de tuin. En maakten insinuerende opmerkingen over een meisje dat bij ons boven de garage op kamers zat. De buurman hoorde alles lachend aan. We zijn daar toen snel weggegaan. Maar ik zorgde er daarna wel voor dat ik altijd het huis op slot deed als ik alleen thuis was.”
Van burenbemiddeling had het echtpaar van Houten in die tijd nog nooit gehoord. Jammer, constateren ze achteraf. „Wellicht had een neutraal persoon kunnen voorkomen dat we uiteindelijk geen andere weg zagen dan het huis te koop zetten. Hoewel voor zo’n bemiddeling natuurlijk de medewerking van beide partijen nodig is. En ik vraag me ten zeerste af of de buren het conflict dat er lag wel hadden willen oplossen.”
Tekoopbord
Vanaf het moment dat de familie Van Houten een tekoopbord in de tuin plaatsten hielden de pesterijen op. Van Houten: „Mogelijk besefte de buurman dat hij nu z’n doel had bereikt. En dat verder treiteren geen zin meer had.”
De verkoop ging moeizaam. „We hebben uiteindelijk vijf maanden met een dubbele hypotheek gezeten. Dat was geen lolletje.” Ze hebben nooit willen liegen als mensen hun huis kwamen bezichtigen en vroegen hoe het contact met de buren was. „Maar we hebben ook niet uitgebreid alle pesterijen opgesomd. Dat was wel een dilemma.”
Voordat ze hun nieuwe woning betrokken, wisten ze al wie hun buren werden, omdat de kinderen bij elkaar op school zaten. „Dat was een prettig idee. En als we ooit nog eens verhuizen, onderzoeken we eerst heel goed wie de buren zijn.”
De namen van de geïnterviewden zijn om privacyredenen gefingeerd.
Afspraken maken op neutraal terrein
Slaande deuren, harde muziek of onaangekondigde feestjes. Dergelijke bronnen van irritatie kunnen een goede verhouding tussen buren behoorlijk in de weg staan. Driekwart van de Nederlandse woningeigenaren zou bij veel overlast overwegen te verhuizen is de conclusie van een recent onderzoek van Vereniging Eigen Huis. Zover hoeft het volgens buurtbemiddelaar Marja van den Sigtenhorst niet te komen.
Je huis is een veilige plek. Een plaats waar je je kunt terugtrekken als je moe thuiskomt van je werk. Waar je een goed gesprek kunt hebben bij een gezellig gedekte tafel. En waar de kinderen rustig kunnen opgroeien. Tenminste, zo zou het moeten zijn, geeft Van den Sigtenhorst aan. Als coördinator buurtbemiddeling bij de IJsselsteinse Stichting voor Welzijnswerk krijgt ze jaarlijks zo’n zeventig aanvragen voor bemiddeling tussen buren vanwege irritatie over onder meer te harde muziek, luidruchtige kinderen of pesterijen. „Ruzie met de buren raakt je. Het heeft te maken met een van je eerste levensbehoeften: wonen.”
„Verhuizen is een optie”, zegt ze. „Maar dat is lang niet voor iedereen weggelegd. En het hoeft ook zeker niet zover te komen. Lukt het buren niet meer om er zelf uit te komen, dan kunnen ze ons inschakelen.” Als buurtbemiddelaar probeert ze samen met getrainde vrijwilligers partijen zelf tot een oplossing te laten komen. Tijdens een gesprek op neutraal terrein worden er gezamenlijk afspraken gemaakt die voor beide buren acceptabel zijn.
Een goede bemiddeling staat of valt met de wil van beide partijen tot een oplossing te komen. „Wij hebben geen sancties die we kunnen opleggen”, zegt Van den Sigtenhorst. „Dat is voor sommige mensen een teleurstelling. Die zouden het liefst een buitenstaander een knoop laten doorhakken. Maar dat doen we bewust niet. Als mensen gezamenlijk de situatie willen verbeteren, zal het ze lukken. Willen ze dat niet, dan gaat het hoe dan ook toch weer mis. Als slechts een van beide partijen wil meewerken, geven we wel adviezen om te leren met de situatie om te gaan. En om goed naar zichzelf te kijken waarom het gedrag van de buren hen zo ergert.”
Vaak is er op het moment dat mensen bij buurtbemiddeling aankloppen geen normaal gesprek meer mogelijk met de buren. Van den Sigtenhorst: „Dat is jammer. Want juist een simpel gesprek kan zo veel oplossen.” Een gesprek kan echter ook veel stukmaken, weet ze. „Daarom is het belangrijk niet in een geïrriteerde bui op de buren af te stappen. Dan zeg je dingen vanuit je emotie die veel kapot kunnen maken. Ga ook niet in termen als ”moeten” praten, maar zeg waarom je het vervelend vindt wat er gebeurt. Dus: Ik heb erg veel last van de harde muziek, omdat ik niet kan slapen. In plaats van: Je moet nu die muziek zachter zetten.”
Buitenstaanders onderschatten volgens Van den Sigtenhorst vaak de gevolgen van een slechte relatie met de buren. „Mensen kunnen er echt ziek van worden. Alleen al vanwege slaapgebrek door bijvoorbeeld geluidsoverlast, maar vaak is het ook de onzekerheid die spanning geeft. Wanneer zullen ze weer beginnen? Zal ik vannacht wel kunnen slapen? Alleen al de gedachte dat de overlast weer kan beginnen, kan enorm veel stress opleveren.”
hetccv.nl voor adressen van instanties voor buurtbemiddeling en overige info. Of informeer bij de eigen gemeente.