Binnenland

Na aangifte verdween Al A. uit beeld

Een slachtoffer doet aangifte van mishandeling door drie mannen en verdwijnt daarna uit beeld. Krijgt justitie zonder hem de zaak nog rond?

14 October 2008 10:59Gewijzigd op 14 November 2020 06:32

Het is 12 november 2007, even na middernacht, als de politie in Den Haag de melding krijgt dat drie mannen op een adres in een achterbuurt een 16-jarig meisje vasthouden en haar dwingen seksuele handelingen te verrichten. In de woning treft de politie behalve de vrouw en de mannen die haar zouden belagen een vierde manspersoon aan. Hij blijkt de aangever te zijn.Het meisje, Melanie, verklaart met klem uit vrije wil in de woning te verblijven. De aangever heeft diverse verwondingen en zit onder het bloed. Een van de drie mannen heeft een geladen alarmpistool op zak, waarmee twee patronen zijn afgevuurd.

Van de vijf is alleen de aangever, Al A., bereid een verklaring af te leggen. De drie mannen, die in de Haagse onderwereld bekendstaan als Nana, Bagdad en Snaf, houden net als Melanie de kaken op elkaar. Duidelijk is wel dat het meisje een relatie onderhield met Al A., een relatie die zij de avond voor de politie-inval had beëindigd. Bagdad werd die nacht in de woning haar nieuwe vriend.

Al A. verklaart: „Bagdad nam mij mee naar het huis om te praten. Behalve Melanie bleken ook Nana en Snaf er te zijn. Melanie beweerde dat ik haar dwong in de prostitutie te werken, dat ze daar klaar mee was, dat Bagdad haar nieuwe vriend was en dat ik uit haar buurt moest blijven. Toen kwamen ze alle vier voor mij staan. Ik moest mij uitkleden en mijn mobiel afgeven en kreeg slaag.

Bagdad vroeg of Melanie en ik in Delft inderdaad een rottweiler met puppy’s hadden. Toen ik zei dat dat klopte, moesten we die gaan halen. Nana liep eerst met mij naar de auto, maar daar bedacht hij zich. We zijn naar binnen gegaan, waar ze mij alle drie opnieuw hebben geslagen. Toen heb ik de politie gebeld.”

Diverse maanden later hoort Snaf in de Haagse rechtbank 36 maanden cel, waarvan 6 voorwaardelijk, tegen zich eisen. Officier van justitie S. Jordaan acht bewezen dat hij zich heeft schuldig gemaakt aan: het medeplegen van een poging tot afpersing (van de puppy’s), bedreiging en zware mishandeling.

Een fikse veroordeling lijkt weldra een feit, ware het niet dat Al A. en Melanie de strafzaak een wonderlijke wending bezorgen. Na de aangifte en de eerste verhoren verdwijnen zij uit beeld. Al A. verhuist en is daarna in geen enkele gemeente als ingezetene te traceren. Melanie, inmiddels uit huis geplaatst en opgenomen in een jeugdinrichting, neemt de benen tijdens een verlof en keert niet terug, zodat justitie van haar evenmin over de juiste verblijfsgegevens beschikt.

Het resultaat is dat beiden nooit ondervraagd zijn. De belastende verklaring van Al A. staat daarmee op losse schroeven. Om de zaak rond te krijgen, moeten rechter en OM het vooral met de spaarzame bekentenissen van de verdachten doen.

Snaf, Bagdad en Nana zijn in een woning geweest met Al A.; een woning waarin Al A. is bedreigd en geslagen. Snaf heeft dat van dichtbij gezien. Hij had dus kunnen ingrijpen, bijvoorbeeld door de politie te bellen. In plaats daarvan is hij gebleven en heeft hij het alarmpistool gepakt.

Dat er een afpersingspoging zou zijn gedaan, waaraan Snaf medeplichtig zou zijn, is volgens de rechtbank niet te bewijzen. De bedreiging en de mishandeling staan vast, al is Snafs rol daarin veel minder hard te maken dan justitie veronderstelt. De rechter vonnist geen 36 maanden, zoals geëist, maar 10, waarvan 3 voorwaardelijk. De resterende zeven heeft de amokmaker al in voorarrest doorgebracht; kortom, hij is vrij man.

Nana krijgt twaalf maanden cel, waarvan vier voorwaardelijk. De straf voor Bagdad is tien maanden cel, waarvan vier voorwaardelijk.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer