Werkstraffen voor Molukkers
Politierechter Van Kempen in Den Haag heeft woensdag de Molukse activisten P. Patty uit Zwolle en G. Makatita uit Breda veroordeeld tot tachtig uur werkstraf en een voorwaardelijke celstraf van twee maanden wegens het bedreigen van leden van het kabinet. Beide verdachten gaan in beroep.
De twee woordvoerders van de Vrije Molukse Jongeren (VMJ) werden vorig jaar september opgepakt nadat ze in de media harde acties hadden aangekondigd waarbij slachtoffers zouden vallen. Makatita en Patty wilden op deze manier de regering dwingen zich in te zetten voor de komst van een interventiemacht op de Molukken.
De twee jonge Molukkers werden aanvankelijk onder meer verdacht van het bedreigen van de ministerraad, opruiing en deelname aan een criminele organisatie. Deze aanklachten zijn inmiddels vervallen. Het openbaar ministerie vervolgde de twee wel voor het met de dood bedreigen van premier Kok en minister Van Aartsen van Buitenlandse Zaken. Na de dreigementen kregen Kok en Van Aartsen extra beveiliging.
Bij de rechter bleek dat de 36-jarige Patty en de 29-jarige Makatita nog niets van hun strijdbaarheid hadden verloren. Ze plaatsten een vlaggetje van de Vrije Republiek der Zuid-Molukken voor zich in de rechtszaal en vroegen de politierechter bij aanvang een moment van stilte voor de slachtoffers op de Molukken. Aan het eind van het proces zongen ze het Molukse volkslied, bijgevallen door geestverwanten op de tribune.
Van hun uitspraken hebben ze geen spijt. „Ik sta nog voor 100 procent achter de bedreigingen", zei Patty. Ook Makatita liet zich in dergelijke bewoordingen uit. Patty, zelf ambtenaar bij de provincie Overijssel, stelde dat hij geen enkel vertrouwen in de Nederlandse overheid meer heeft. De twee houden Nederland, als voormalig kolonisator van Indonesië, verantwoordelijk voor de ellende van het Molukse volk.
Het OM vindt dat de twee „heethoofden" met hun dreigementen aan het adres van Kok en Van Aartsen veel te ver zijn gegaan. De officier van justitie eiste tegen beiden een werkstraf van 120 uur en een voorwaardelijke celstraf van twee maanden, met een proeftijd van twee jaar.
Ook politierechter Van Kempen vindt dat de twee ver over de schreef zijn gegaan. De twee hebben op grove en onjuiste wijze geprobeerd invloed te krijgen op het kabinet en dat kan niet worden getolereerd, aldus de rechter.