De verkeersinformatie zwijgt erover
Snelweg A28 is een goede garantie voor langzaam rijden in de spits. Een filevrijedag verandert daar weinig aan. Maar dan verwacht je wel erkenning via de verkeersinformatie.
Een gewone spits is al gauw goed voor ruim 200 kilometer aan stilstaand blik. Een weldenkend mens krabt zich wel drie keer achter de oren voordat hij zich welbewust op een filegevoelig tijdstip op de weg begeeft. Toch is dat precies de klus van donderdagmorgen. Zoek de files. En maak ze wat langer met nóg een auto. En dat terwijl een woordvoerder van de ANWB er pas nog op hamerde dat íédere auto telt om de filevrije dag tot een succes te maken. Sorry hoor. Gelukkig is het een kleine auto, dat scheelt.De ANWB gelooft in elk geval in de filevrije dag. Op de website verschijnt bij de verkeersverwachting voor donderdagochtend een groen driehoekje: goed voor files met een totale lengte van 0 tot 100 kilometer. Toch neemt de ANWB het zekere voor het onzekere. Met één klik verschijnt ook de normale spitsprognose voor een donderdagochtend. Dat is andere koek, met gemiddeld zo’n 220 kilometer file. Filegevoelige plekken zijn onder andere de A28 tussen Amersfoort en Utrecht en natuurlijk de A12.
Op het Veluwse deel van de A1 gaat het, echt waar, heel aardig. Honderdtwintig rijden is er niet bij, maar honderd is soms toch haalbaar. Een ochtendnevel tussen de verkleurende bomen, precies zoals op foto’s in natuurkalenders, maakt de rit zelfs een tikkeltje mysterieus. Eigenlijk zou nu nog het gewei van een edelhert door de nevel heen moeten steken.
Bij de verbindingsweg tussen de A1 en de A28 gaat het voor het eerst echt mis. Ordinair stilstaan, minutenlang. Dit heet file. Op de radio zeggen ze dat het goed gaat: slechts 100 kilometer file om 8.00 uur, terwijl dat normaal een van de drukste tijden is. Maar als je er middenin zit, is het veel - erg veel.
In de achteruitkijkspiegel komt veel te hard een zwarte Audi cabrio aanrijden, die dan ook stevig in de remmen moet. Achter het stuur zit een zichtbaar ongeduldige jongeman. Hij grijpt zijn gsm en slaat aan het bellen. Niet handsfree, maar dat is vast niet zo erg als je toch stilstaat.
Eindelijk op de A28. Maar ook daar ligt de vaart er helemaal uit. Op Radio 1 weet een woordvoerder te vertellen dat de tweede helft van de spits het zwaarst is. Vertel de automobilisten wat, hier net voorbij Amersfoort. En hun file wordt nog niet eens genoemd in het overzicht. Dat is zuur. Voor zo veel vertraging verwacht je toch een zekere erkenning, al was het alleen maar voor op het werk. „Je stond in de file? Ze zeiden er niks over.”
De zon is intussen opgekomen. De Audi-meneer heeft het ook gemerkt en zet een snelle, zwarte zonnebril op zijn neus - wie weet doet hij straks ook de kap nog naar beneden. ’t Is immers nog maar oktober.
Als de hele rij naar links moet opschuiven, weet hij daar wel raad mee. Plotseling schiet hij, voor zijn beurt, de andere baan op. Andere automobilisten trappen snel op de rem om hem ruimte te geven. Ho ho, meneertje. Van dit egogedrag worden de files echt niet korter.
De verbinding tussen de A28 en A12 gaat goed, erg goed zelfs. En ook op de A12, waar eerder bij Ede een uit de kluiten gewassen file stond, rijdt het aardig door. Maar ’t is inmiddels dan ook niet meer zo vroeg.
De terugweg is natuurlijk een eitje, zeker na tienen. Zou je denken. Maar bij Woerden knipperen de matrixborden boven de snelweg alweer. Eerst 70, dan 50 kilometer per uur. Uiteindelijk rijdt het verkeer door met een slakkengangetje. Maar voor de avondspits thuis, dat moet lukken.