Rijkswaterstaat: Gras dijken goed
Het gras van de dijken in Nederland is in orde. Dat stelt Rijkswaterstaat op grond van recent onderzoek in Zeeland, Friesland en Groningen.
Het gras van de dijken is „vele malen sterker” dan volgens de minimumnorm is voorgeschreven, aldus Y. Provoost van het Projectbureau Zeeweringen, onderdeel van Rijkswaterstaat en de Zeeuwse waterschappen, vanmorgen in een toelichting.Het onderzoek richtte zich op de sterkte -dus niet op de hoogte- van de dijken. In het afgelopen voorjaar zijn dijken in het Zeeuwse Sint Philipsland en Kattendijke onder de loep genomen. Soortgelijke proeven werden in Friesland en Groningen gehouden.
Tijdens de proeven stroomden grote massa’s water uit een container over de dijk, om zo de sterkte van de zeewering te kunnen toetsen.
Het gras op de dijken blijkt extreem grote hoeveelheden water aan te kunnen, schetst Provoost. „Het gras is veel sterker dan gedacht. De norm waarbij het gras volgens de richtlijnen moet voldoen, ligt ongeveer op 1 liter per seconde per meter. Uit de proeven blijkt dat het gras veel grotere hoeveelheden aankan. Dan gaat het om een veelvoud, bijvoorbeeld 75 liter per seconde per meter.”
Als er „exorbitante” hoeveelheden water over de dijk komen, ontstaat schade aan de binnendijk. In Sint Philipsland trad tijdens de proef averij op aan het binnentalud bij een watermassa van 50 liter per seconde per meter.
In Kattendijke bracht die hoeveelheid water schade teweeg ter plaatse van de onderhoudsweg. Uiteindelijk spoelde zand uit de kern van de dijk weg, waardoor „grote schade” ontstond.
Provoost benadrukt dat bij de proeven gebruik is gemaakt van extreem grote hoeveelheden water die normaal gesproken niet over de dijk zullen stromen. „Bij de proeven zijn we net zo lang doorgegaan totdat er schade ontstond.”
Het onderzoek wijst verder uit dat open steenasfalt en zogeheten elastocoast (een soort gelijmd grint) geschikt zijn om grote hoeveelheden water aan te kunnen. Een hoeveelheid water van 125 liter per seconde per meter heeft „geen enkele vorm” van schade opgeleverd bij dergelijke dijkbekledingen.
De onderzoeksresultaten van de proeven in Sint Philipsland en Kattendijke zijn voor de Partij voor Zeeland reden aan te dringen om „onmiddellijk een punt te zetten achter alle experimenten met primaire zeeweringen, die een verantwoorde combinatie van veiligheid en nieuwe (zilte) natuur beogen.” Volgens de partij wijzen de proeven uit dat „overslaand water de zeedijken beschadigt.”