Buitenland

„Nucleair akkoord is een ramp voor de wereld”

Een ramp voor de vrede en veiligheid in de wereld, heeft dr. Daryl Kimball, directeur van de Arms Control Association (ACA), donderdag het akkoord tussen de Verenigde Staten en India genoemd. Het akkoord gaat over de levering van nucleair materiaal en technologie.

3 October 2008 11:03Gewijzigd op 14 November 2020 06:29
De Indiase premier Manmohan Singh (links) en de Franse president Sarkozy tijdens een persconferentie op de EU-India-top in Marseille vorige week. Foto EPA
De Indiase premier Manmohan Singh (links) en de Franse president Sarkozy tijdens een persconferentie op de EU-India-top in Marseille vorige week. Foto EPA

Woensdag werd het akkoord door de Amerikaanse Senaat goedgekeurd, nadat al eerder het Huis van Afgevaardigden groen licht had gegeven. Het in beide landen omstreden akkoord was al in de zomer van 2005 door president Bush en de Indiase premier Manmohan Singh overeengekomen, maar wachtte nog op de handtekening van wetgevers in beide landen.Voorstanders van het akkoord, dat India toegang geeft tot de internationale markt van civiele nucleaire technologie, willen niet weten van het risico dat kernmacht India zijn productie van kernbommen een extra stimulans kan gaan geven. Of dat het kennis en materiaal straks ongehinderd zal doorsluizen naar dubieuze landen als Iran. „India”, zo stellen ze, „heeft een prima staat van dienst als het gaat om het voor zichzelf houden van nucleaire technologie.”

ACA-directeur Kimball is daar nog niet zo zeker van. Zo wijst hij erop dat India als een van de weinige landen in de wereld het NPV-verdrag, het verdrag tegen de verspreiding van kernwapens, niet heeft ondertekend. Volstrekt ongehoord is het om zo’n land dan toch toegang te geven tot de civiel-nucleaire markt. Dat India het NPV-verdrag niet heeft onderschreven, mag begrijpelijk zijn vanwege zijn geografische positie - het land ligt als het ware tussen twee kernwapenstaten ingeklemd, China en Pakistan, waarbij de laatste ook nog eens een geduchte rivaal is vanwege de ruzie om Kasjmir. Om zo’n land dan vrije toegang te geven tot een uiterst riskante markt van nucleaire technologie -die riskant is omdat met er ook militair misbruik van kan worden gemaakt- is onbegrijpelijk.

Intussen is het akkoord voor de Indiase samenleving een prima zaak. De stormachtige groei van de Indiase economie wordt immers gehinderd door energietekort, en de productie van (meer) kernenergie kan dat verhelpen. De komende vijftien jaar, zo lieten India’s belangrijkste energieleveranciers deze week weten, zullen er achttien tot twintig nieuwe kernreactoren worden gebouwd, goed voor in totaal 60 gigawatt aan energie (ter vergelijking: de huidige capaciteit bedraagt 3 gigawatt).

Voor het internationale bedrijfsleven is het akkoord uiteraard ook een welkome stap. Eindelijk krijgen ze toegang tot een lucratieve markt die tot nog toe dicht zat. De 45 leden van de Nuclear Suppliers Group (de NSG, de groep landen die handelen in nucleaire technologie, en die om veiligheidsredenen daarover onderling afspraken hebben gemaakt, Nederland behoort er ook toe) hieven het verbod op nucleaire handel met India al eerder op. Franse, Russische, Japanse, Amerikaanse en Nederlandse bedrijven staan nu al bij India op de stoep om de Indiase nucleaire technologiemarkt -geschat op een waarde van 100 miljard dollar- te bewerken. Niet alleen kernenergie, ook tal van afgeleide sectoren komen immers in het vizier van op orders beluste bedrijven: de Indiase ruimtevaart, tal van onderdelen van de Indiase software-industrie, en diverse medische programma’s. Tot nu toe waren die voor het Westen (en andere landen) dicht getimmerd omdat het sectoren betreft die gevoelig zijn voor wat men ”dual use” noemt: civiele technologie die je gemakkelijk kunt inzetten voor militair gebruik.

Kimball stelde deze week dat het akkoord niet zozeer direct als wel indirect het Indiase kernwapenprogramma verder zal helpen ontwikkelen, met als gevolg dat de hele regio het kernwapenpad zal worden opgedreven. De ACA-directeur wijst op diverse lekken in het akkoord, waaronder de winning van het radioactieve gas tritium uit civiele reactoren, waarmee wel degelijk de explosiekracht van kernbommen kan worden vergroot. Op die winning staat geen verbod. Verder zijn de Indiase protocollen rond het gebruik en het verhandelen van nucleaire technologie lang niet zo streng als die gelden onder de leveranciers van nucleair materiaal (de NSG), zodat er wel kans bestaat op het lekken van gevoelige informatie naar het militaire circuit in en buiten India.

Voorstanders van het akkoord stellen dat de Amerikanen als voorwaarde eraan vast hebben gekoppeld dat India zijn kernproeven definitief staakt. Gebeurt dat niet, dan wordt het akkoord automatisch beëindigd. Zijn de Indiërs daarvan onder de indruk? Het lijkt er niet op. Zo heeft India niet alleen het NPV-verdrag niet ondertekend, ook het CTBT -het verdrag inzake de stop op kernproeven- ligt nog altijd niet ondertekend ergens in een bureaula in Delhi. India heeft zichzelf een vrijwillige stop op kernproeven opgelegd, zo heet het. De vraag is alleen: hoe betrouwbaar is vrijwillig? Een regering onder leiding van de nationalistische hindoepartij BJP zou het huidige vrijwillige moratorium op kernproeven zo naar de prullenbak verwijzen. En zelfs premier Singh heeft herhaaldelijk gezegd dat het akkoord India’s vrijheid om wapens te testen niet kan beknotten.

De boodschap van experts op het gebied van internationale veiligheid is helder: president Bush bewijst de wereld geen dienst met dit diplomatieke onderonsje met India.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer