Duitse arbeidsmarkt houdt niet van zwangere vrouwen
De toename van het aantal deeltijdbanen in Duitsland maakt vooral laagopgeleide vrouwen onzeker over het krijgen van kinderen. Ze zijn bang hun baan te verliezen zodra ze hun baas het blijde nieuws vertellen. Consultatiebureaus die zwangere vrouwen begeleiden, vermoeden dat de flexibilisering van de arbeidsmarkt tot meer abortussen leidt.
De zaak kwam enkele weken geleden op een ongelukkige manier in het nieuws. De vleeswarenfabriek Kemper, in de buurt van Osnabrück, zou vrouwelijke medewerkers onder druk zetten niet zwanger te worden.Eerst waren het de regionale kranten die schreven dat het bedrijf vrouwelijke sollicitanten een zwangerschapstest aanbood. Daarop volgden de nationale media. En begin deze week probeerden Die Grünen de zaak in de regioraad aan de orde te stellen.
De zwangerschapstest was onderdeel van een medische keuring die medewerkers ondergaan. Dit voorjaar diende het consultatiebureau voor vrouwen Pro Familia een klacht in bij een regionale gelijkheidscommissie. Kemper kon wel zeggen dat de test vrijwillig werd aangeboden, maar de laagopgeleide vrouwen die het bedrijf lokt, zijn vaak niet verbaal genoeg om op hun strepen te gaan staan. Volgens het consultatiebureau waren enkele zwangere vrouwen metterdaad de laan uit gestuurd.
Pro Familia -die zwangere vrouwen begeleidt en desgewenst een abortus aanbiedt- ontmoette bij de medewerkers van Kemper veel onzekerheid. „Het is jammer genoeg zo dat men zwangerschappen niet graag ziet”, aldus een woordvoerster van de organisatie in Die Tageszeitung. En het rooms-katholieke consultatiebureau Donum Vitae stelde volgens Die Zeit in een brief: „Met een zwangerschap was er geen baan.”
Volgens de regels is echter alleen al het aanbieden van een zwangerschapstest onwettig. „Daarin is het arbeidsrecht eenduidig”, stelde een woordvoerder van het verbond van bedrijfsartsen vorige week in Die Zeit.
Kemper zelf -met 1200 mensen een van de grootste werkgevers in de regio- meldde de media dat het de test aanbiedt in het belang van de eigen medewerkers. Het werken in ruimtes die meestal kouder zijn dan 10 graden kan schadelijk zijn voor het ongeboren kind. Daarom mag Kemper naar eigen zeggen de medische keuring aanvullen met een vrijwillige test. „Het komt altijd weer voor dat medewerkers pas in de vijfde of de zesde maand vaststellen dat ze zwanger zijn”, aldus de bedrijfsarts, Christina von Auenmüller, in Die Zeit.
Von Auenmüller stelt bovendien dat er slechts bij 6 van de 110 nieuwe medewerkers een test is gedaan. „Bij onze benoemingen heeft dat geen rol gespeeld”, verzekert bedrijfsleider Siegfried Merten. „Wij zijn een gezinsvriendelijk bedrijf.” Ook de arbeidsinspectie zag geen kwaad in het beleid van Kemper.
Maar toch scheppen zulke vrijwillige testen een „atmosfeer van angst”, aldus een huisarts uit de omgeving van het bedrijf die anoniem wil blijven. Zij beweert dat „ongeveer dertig medewerksters of sollicitanten van de firma Kemper” bij haar zijn geweest voor advies tijdens de zwangerschap en „vermoedelijk abortus” hebben laten plegen. De reden was „dat ze van de testen wisten en hun baan niet wilden verliezen”, aldus de dokter in Die Zeit.
De woordvoerster van het consultatiebureau Pro Familia noemt de gebeurtenissen rond Kemper nog maar „het topje van de ijsberg.” Het probleem speelt niet alleen bij Kemper, maar in de hele Duitse economie. „Dat zwangere vrouwen uit angst voor hun baan om advies over (het voorzetten van, EvV) de zwangerschap komen, komen we dagelijks tegen.”
Vooral de toename van tijdelijke banen heeft de gezinsvorming van laagopgeleide vrouwen onder druk gezet, stelt Ingrid Lambers van Donum Vitae tegenover deze krant. Net als Pro Familia heeft Donum Vitae overal in Duitsland consultatiebureaus, maar deze rooms-katholieke organisatie probeert het leven zo veel mogelijk te beschermen en biedt geen abortus aan.
„Economische ontwikkelingen in combinatie met nieuwe wetgeving zorgen voor meer kortlopende contracten. Ons werk is vrouwen te begeleiden die na de twaalfde week niet zeker zijn of ze hun zwangerschap willen uitdragen. De laatste jaren hebben we de angst bij vrouwen over hun baan gewoon zien toenemen”, aldus Lambers. „Het komt voor dat zwangere vrouwen ontslagen worden. Pas bij een consultatiebureau komen ze erachter dat het ontslag niet toelaatbaar is.”
De regering heeft de laatste jaren wel geprobeerd de randvoorwaarden voor werkende vrouwen te verbeteren. Zo is de kinderopvang uitgebreid en de kinderbijslag verhoogd. Maar hoe bedrijven met (aanstaande) moeders omgaan, is in geen wet vast te leggen. „Niet alle vrouwen hebben het geluk een werkgever te hebben die zich bij een zwangerschap eerlijk en welwillend opstelt.”
Er is wel een speciale wet die moeders beschermt, zegt Lambers. „Maar als er geen klager is, is er geen rechter. Velen accepteren dit gelaten. Vrouwen willen immers ook na de zwangerschap weer een plekje op de arbeidsmarkt vinden.”