De regering Bush zwijgt hier echter over, omdat deze Pakistaanse activiteit volgens het zogeheten Symington-amendement van 1976 zou moeten leiden tot sancties. Washington wil daar niet aan, omdat men het regime van generaal Pervez Musharraf nodig heeft in de internationale strijd tegen het terrorisme.

Nadat bekend werd dat Pakistan Noord-Korea op nucleair gebied had geholpen, zei men in Washington dat deze samenwerking had plaatsgehad vóór de septemberaanslagen van vorig jaar. Daarna zou Pakistan de samenwerking hebben stopgezet.

Volgens The Washington Post blijkt dit niet te kloppen. Verschillende parlementariërs hebben de krant verzekerd dat Pakistan volgens Amerikaanse inlichtingenbronnen tot minstens drie maanden geleden samenwerkte met Pyongyang. Het Witte Huis noch het Ministerie van Buitenlandse Zaken in Washington wilde dinsdag reageren op dit bericht.

Intussen heeft Noord-Korea Zuid-Korea beschuldigd van militaire provocaties. Zuid-Korea zou dinsdag elf oorlogsschepen tot tweemaal toe even in de Noord-Koreaanse territoriale wateren hebben gebracht. Ook zou Zuid-Korea een pantservoertuig en twee gemotoriseerde kanonnen in de gedemilitariseerde zone tussen de twee landen hebben gebracht. Het Zuid-Koreaanse ministerie van Defensie heeft alle beschuldigingen ontkend.

De beschuldigingen werden geuit in twee berichten van het Noord-Koreaanse staatspersbureau KCNA. In een van de berichten werd gezegd dat het Zuiden maandag al een tank en een pantservoertuig de bufferzone had ingereden. Tussen 1 en 5 november zouden in de zone manoeuvres met tanks zijn uitgevoerd. In het bestandsakkoord dat Noord- en Zuid-Korea sloten na de Koreaanse Oorlog (1950-1953) is bepaald dat alleen lichte wapens zijn toegestaan in het gebied.

Volgens KCNA komen de Zuid-Koreaanse provocaties op het moment dat een militaire confrontatie tussen Noord-Korea en de Verenigde Staten dreigt vanwege „imperialistische stappen” van de VS.