Het rapport is een analyse van de mogelijke gevolgen voor de internationale volksgezondheid van een nieuwe oorlog tegen Irak. In geval van een conventionele oorlog lopen de schattingen van het mogelijke dodental tijdens het conflict en de eerste drie maanden daarna uiteen van 48.000 tot ruim 260.000. Een burgeroorlog binnen Irak zou daar nog eens 20.000 doden aan kunnen toevoegen. Daarna zouden mogelijk nog eens 200.000 mensen kunnen overlijden aan de gevolgen van de oorlog. Als nucleaire wapens worden gebruikt, zou het dodental kunnen oplopen tot 3.900.000. In alle gevallen zouden de meeste slachtoffers burgers zijn.

Tot de nasleep van een conventionele oorlog zouden hongersnood en epidemieën kunnen behoren, evenals miljoenen vluchtelingen en ontheemden en een economische ineenstorting van Irak. Ook destabilisatie en veranderingen van regimes in buurlanden behoren, net als een toename van terroristische aanslagen, tot de mogelijkheden.

De afnemende handel en sterk stijgende olieprijzen zouden een wereldwijde economische crisis kunnen ontketenen. De financiële last zou volgens het rapport aan alle kanten enorm zijn, met kosten voor defensie, hulp en herstel die kunnen oplopen tot meer dan 200 miljard euro.

Het rapport is mede gebaseerd op informatie van vooraanstaande Amerikaanse en Britse militaire analisten en de daaruit voortvloeiende ramingen rond de Golfoorlog en vergelijkbare conflicten. Ook is de huidige volksgezondheidssituatie in Irak in ogenschouw genomen. De Irakezen zijn geestelijk en lichamelijk nu veel zwakker dan in 1990, toen de Golfoorlog begon. Ze zouden daarom nieuwe aanslagen op hun gezondheid minder goed doorstaan.

Met het rapport wil de IPPNW een bijdrage leveren aan de besluitvorming over een aanval op Irak en een openbaar debat op gang brengen waarin goede informatie wordt gegeven. De werkelijke kosten van een nieuwe oorlog moeten volgens de organisatie worden afgewogen tegen het mogelijke profijt ervan.