Dat is, aldus ds. Chr. Rensink, predikant-directeur van de BNP, heel belangrijk. „Het blijkt heel moeilijk te zijn, want waar moet je met je ervaring heen? De praktijk leert dat er in de kerk voor hen geen plaats meer is.”

Voorzover hun namen bekend zijn, ontvingen losgemaakte predikanten via het Landelijk Dienstencentrum (LDC) van de SoW-kerken voor de zomer een brief. Hierin werd gevraagd naar hun behoefte aan contact, coaching en advisering. Daarop ontving de bond zelf ongeveer tien positieve reacties. Daarnaast kwamen er reacties binnen bij het LDC.

Ook predikanten die niet zijn benaderd, kunnen deelnemen aan het nieuwe initiatief. Het blijkt dat losgemaakte gereformeerde predikanten veel langer bekend blijven bij de administratie van het LDC dan hun hervormde collega’s. Dit houdt verband met de verschillen tussen de hervormde en de gereformeerde regelingen.

Om zich een goed beeld te kunnen vormen, is de BNP ook benieuwd naar de ervaringen van predikanten die inmiddels alles achter zich hebben gelaten en niet meer op een actie van de bond zitten te wachten.

In eerste instantie denkt de bond aan één bijeenkomst. Aan de hand van de evaluatie van de dag bekijkt de organisatie of ze bijvoorbeeld persoonlijke begeleiding gaat aanbieden en of dat er een herhalingsbijeenkomst komt. Daarnaast leeft nog de vraag in hoeverre er aandacht moet komen voor de gezinnen van de desbetreffende predikanten.

Hoewel het eerste en belangrijkste doel van de dag is de betrokkenen alle aandacht te geven, wil de bond zelf er ook graag van leren, aldus ds. Rensink. Hij hoopt dat er ook dingen naar voren zullen komen die van belang zijn voor de preventie of bij de ondersteuning van een predikant die in een losmakingsprocedure zit.