Bouterse gaf daarmee gevolg aan het vrijdag uitgesproken vonnis van de kortgedingrechter. Hij moet het bericht via alle kranten, radio– en TV–stations in Suriname laten bekendmaken.In dezelfde editie van De West laat Bouterse evenwel in een ingezonden artikel weten, dat hij ’geen rechtsbevrediging’ vindt in het vonnis en daarom hoger beroep aantekent. ’Als verantwoordelijk politicus’ zegt hij zich verplicht te voelen, de ware feiten te blijven onthullen aan de samenleving.

Bouterse ontkent in zijn ingezonden stuk onwaarheden te hebben gesproken en kwetsende en/of beledigende woorden te hebben gebruikt. „De onthulde feiten zijn in de rechtszaal niet weerlegd, er zijn geen getuigen gehoord en de kwetsende woorden zijn niet aangegeven, schrijft Bouterse. Minister Santokhi zou hem overigens moeten hebben benaderd om zogenoemde beledigende taal te rectificeren.

Santokhi maakte ongeveer twee weken geleden een kortgeding tegen Bouterse aanhangig wegens laster en belediging. De rechter veroordeelde Bouterse tot rectificatie van zijn uitspraken wegens het aantasten van de goede naam en eer van de minister.

De NDP–voorzitter had Santokhi tijdens politieke bijeenkomsten ervan beschuldigd relaties te onderhouden met drugscriminelen. Zo zou de bewindsman betrokken zijn geweest bij de aankoop van een pand door zijn gewezen echtgenote bij een onlangs in Amsterdam doodgeschoten drugscrimineel. Santokhi heeft volgens Bouterse, ook voordat hij minister was, meegewerkt aan de voortijdige vrijlating van personen die werden verdacht van ernstige misdrijven.