Indonesië in de ban van bedorven vlees
In Indonesië halen speciale bendes bedorven vlees uit de vuilnisbelten. Het vlees lag de afgelopen weken voor spotprijzen in markstalletjes. Te midden van dit schandaal wordt nu ook nog eens vlees van groothandel Makro in beslag genomen.
Donderdag maakte het hoofd van de dienst Veeteelt en Visserij West-Jakarta bekend 6 kilo vlees van een Makrofiliaal in West-Jakarta in beslag te hebben genomen. Diverse kranten waaronder kwaliteitskrant Kompas meldden gisteren de inbeslagname van het vlees in het Makrofiliaal. ”Supermarkt verkoopt kapot vlees”, kopte de lokale krant Warta Kota met koeienletters. Het vlees zou een te hoge zuurgraad hebben en voor consumptie ongeschikt zijn. „Het zou snel uit de schappen worden gehaald”, zo verklaarde assistent-filiaalmanager Denny Priatna van het Makrovestiging aan Kompas.Het Meruyafiliaal van Makro bevindt zich in de buurt Kembangan, West-Jakarta. Gisteren trokken de inspectiecontroles veel bekijks van het winkelend publiek, overwegend Indonesische Chinezen die in het westen van Jakarta wonen. De hoofdingang van de Makro wordt zoals altijd bewaakt door mannen met walkietalkies. Ze behoren tot de normale beveiliging. „Kom morgen terug, dan is er een gezamenlijke persconferentie van Makro, de controledienst van voedings- en geneesmiddelen BPOM en de provincie Jakarta”, deelt een werknemer mee aan journalisten.
Het nieuws over het bedorven vlees in de kwaliteitsgroothandel gebeurt in een ramadanmaand die is overschaduwd door voedselschandalen. Inspecteurs van de dienst veeteelt en visserij doen elk jaar ontdekkingen van bedorven vlees in Jakarta en omstreken. Maar dit jaar blijkt de handel in bedorven vlees uit de hand gelopen.
In Jakarta blijken georganiseerde groepen al wekenlang bedorven vlees uit vuilnisbelten te plukken, te plastificeren en het als vers vlees te verkopen voor spotprijzen. Met name het vuilnis van restaurants en hotels is het doelwit geworden van de straatscharrelaars, die het vlees opnieuw koken en met chemische middelen bewerken. Minderbedeelde Jakartanen bezwijken in groten getale voor de voordeelprijzen van dit vlees, en onduidelijk is hoe lang de vleesbendes hun oplichterspraktijken al hebben volgehouden.
Afgelopen week vielen politieagenten en overheidsinspecteurs een productiehal binnen in Kapuk, West-Jakarta, waar zij tientallen kilo’s bedorven vlees in beslag namen. Hierbij werd een vijftigjarige man gearresteerd toen hij grote hoeveelheden bedorven vlees aan het koken was. Het vlees werd per grote plastic zak verkocht voor 100.000 roepia (ruim 7,5 euro) aan vleeshandelaren. Die verkochten grote stukken van het vlees, nadat het opnieuw bewerkt was, voor 3000 roepia (ruim 20 cent). Dat is de helft van de normale prijs van vlees.
Gemeentefunctionarissen in West-Jakarta bestempelden de illegale handel in bedorven vlees als een nieuw fenomeen, en hebben hun collega’s in andere stadsdelen gewaarschuwd. Ook werden Indonesische consumenten gewaarschuwd om geen vlees te kopen dat stukken goedkoper was dan normaal.
Berichten over ziektes en slachtoffers zijn er niet. Maar het leidt tot grote verontrusting over de werkelijke voedselveiligheid in Indonesië. Afgelopen maanden werd er op markten in Sumatra het verboden conserveringsmiddel formaldehyde aangetroffen in vis, kip, vlees en tofuproducten. En deze maand ontstond er commotie in Cirebon, West-Java, over de verkoop van bedorven vlees en producten waarvan de houdbaarheidsdatum al lange tijd was verstreken. Het nieuwe schandaal van de handel in bedorven vlees in Jakarta is waarschijnlijk het topje van de ijsberg.
De provinciale overheid van groter Jakarta maant nu de honderden hotels en restaurants om hun vuilnis beter te bewaken.