Buitenland

Wateroverlast India nog lang niet voorbij

De journalisten zijn vertrokken, de camera’s weg. Met hen verdween de toch al niet overweldigende internationale aandacht voor de overstroming die vorige maand het leven van 1,5 miljoen Indiërs in één golf verwoestte. De ellende houdt nog minstens een jaar aan.

Nico van den Berge
18 September 2008 10:55Gewijzigd op 14 November 2020 06:24
Het water is nog lang niet weg. Het stroomt nog steeds vanuit de rivier Kosi de laagvlaktes van Bihar in. Het water staat op de meeste plaatsen niet meters hoog, maar de stroming is zo krachtig dat er nog steeds huizen verwoest worden. Directeur Paul Aras
Het water is nog lang niet weg. Het stroomt nog steeds vanuit de rivier Kosi de laagvlaktes van Bihar in. Het water staat op de meeste plaatsen niet meters hoog, maar de stroming is zo krachtig dat er nog steeds huizen verwoest worden. Directeur Paul Aras

Directeur Paul Arasu van de Indiase afdeling van stichting Red een Kind kwam maandag voor besprekingen aan in Nederland. Zaterdag en zondag was hij nog op bezoek in het getroffen gebied. „Als je er met een auto doorheen rijdt, zie je dat sommige dorpen precies hoog genoeg lagen om de dans te ontspringen. Daar gaat het gewone, armoedige bestaan door. Een stukje verderop rijd je door kniehoog water in een dorp waar de inwoners minder gelukkig waren. Daar verblijven vluchtelingen in zelfgemaakte hutjes van bamboestokken en plastic zeilen langs de kant van de weg. Niet omdat het daar droog is, want dat is het niet, maar omdat via de weg soms een vrachtwagen langskomt met hulpvoedsel.”Arasu was slechts in staat een klein gedeelte van het overstroomde gebied te bezoeken. Er zijn afgelegen dorpen die door de slechte wegen en het hoge water nog helemaal niet bereikt zijn.

Hij zag het lichaam van een vrouw in het water langs de weg drijven. Een stuk plastic was er slordig overheen gelegd. Iets verderop speelden kinderen in het water. Weer wat verderop nam een andere vrouw een paar ferme slokken van het rivierwater.

Het water is nog niet sterk vervuild. Dat komt doordat het nog steeds stroomt. Die stroming is zo krachtig dat ook de laatste stenen huizen van rijkere Indiërs instorten. De lemen hutjes van arme mensen zijn allang verdwenen. „Zolang het water in beweging blijft, is er niet zo veel gevaar voor ziektes. Over een tijdje, als het water stilstaat, kunnen er makkelijk epidemieën uitbreken”, vreest Arasu.

Op 18 augustus braken over de lengte van bijna een kilometer de dijken van de rivier de Kosi. De doorgebroken dijken liggen nog net in buurland Nepal, maar het water stroomde onstuimig de grens over naar India.

De Kosi wordt gevoed door regenwater uit hoge gebergtes in India en Nepal. De dijken in het grensgebied zijn in 1964 aangelegd om gigantische hoeveelheden water in het seizoen van de moessonregens weg te geleiden van de vruchtbare laagvlaktes van Bihar. Het probleem van de Kosi is dat de rivier zo woest stroomt dat ze erg veel slip meesleurt die onderaan de gebergtes in de rivierbedding wordt afgezet. Daardoor heeft de rivier de neiging telkens haar route te verleggen. Toen de dijken het niet meer hielden, golfde 80 procent van het rivierwater met een verwoestende kracht de laagvlaktes in. Slechts 20 procent van het rivierwater bleef de oorspronkelijke rivierroute volgen.

Vlak bij de rivier overstroomde het water een strook van twee kilometer. Verderop in lager gelegen vlaktes bedekt het water inmiddels een strook die vele kilometers breder is. Volgens de Indiase regering staan er 900 dorpen blank. Anderhalf miljoen mensen werden niet alleen van de ene op de andere dag vluchteling, maar verloren alles: hun oogst, vee, huis en bezittingen. Arasu: „De meeste mensen werden in hun slaap verrast door het water, dat met grote kracht hun huizen of hutjes binnen stroomde. Ik zag bij de vluchtelingen langs de weg een familie die alles verloren had op een kuiken na. Het diertje werd beschermd alsof het een buffel was.”

Dit gedeelte van India wordt gekenmerkt door extreem weer. De zomers zijn heet, dan volgen heftige regens en daarna zet de koude winter in. De komende kou zal het leven de vluchtelingen in hun krakkemikkige onderkomens extra zwaar maken.

Volgens Arasu doet de Indiase regering alles wat ze kan om de slachtoffers te helpen. Ze voorziet met internationale hulp in noodvoedsel en het leger zorgt voor de veiligheid. ”In deze omstandigheden komt het slechte in de mens naar boven”, zegt Arasu. ”Velen roofden alles wat ze tegenkwamen. Het water maakt geen onderscheid tussen rijke en arme mensen. Vele iets rijkere en zeer rijke mensen zijn beroofd. Het geld dat ze hadden kunnen meenemen, raakten ze kwijt.”

Red een Kind is geen noodhulporganisatie, want haar belangrijkste taak is om te zorgen voor de kinderen in haar programma’s. Maar als er situaties komen van grote nood, springt de relatief kleine organisatie bij waar ze kan. Arasu: ”Wij vullen de gaten die de regering een de grote organisaties laten vallen. De nood is zo groot dat zij niet alle nood kunnen lenigen. Wij wachten nu nog even af, maar over een paar weken trekken we het gebied in. Dan zoeken we waar wij kunnen helpen. Vorig jaar werd ik bijvoorbeeld door de leider van een dorp apart genomen. Hij zei dat zijn dorpelingen weliswaar voedsel kregen, maar ze liepen al maanden lang rond in dezelfde kleding. Hij vroeg of we alsjeblieft voor nieuw ondergoed konden zorgen.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer