Javanen massaal vast in de modder
In mei 2006 veroorzaakte het gasboringsbedrijf van een stinkend rijke Indonesische minister een modderstroom op Oost-Java. Twee jaar later zijn 50.000 mensen ontheemd en hele dorpen opgeslokt. Een verhaal over rijk en arm in Indonesië.
„Neem een andere route. Ga niet via Porong, dan zit je urenlang in de file”, waarschuwt Kamal opgewonden. De hoofdweg van Porong, de belangrijkste verkeersader van Oost-Java naar Surabaya, is volledig verstopt. De urenlange files geven weggebruikers de kans om de gevolgen van de ramp te overzien. Kilometerslange blauwgrijze weilanden met verdorde planten en bomen. Eens waren het groene rijstvelden, eigendom van de bewoners van Sidoarjo.Bewoners van het gebied zijn al twee jaar lang tot de bedelstaf veroordeeld. En het einde van hun ellende is nog niet in zicht. Het lijkt juist erger te worden. Vorige week sloeg de wanhoop opnieuw toe. Een haastig opgebouwde dam begon scheuren te vertonen, en op minstens negentig plaatsen sijpelt modder door de wand. In een tijdsbestek van enkele dagen werden de dorpen Jatirejo, Mindi en Siring Barat en hun wegen overstroomd.
Djoko Kirmanto, de minister van Openbare Werken, toonde vorige week zijn radeloosheid. Hij zei pogingen om de modderstroom te stoppen te zullen staken. Maar in de confrontatie met furieuze leden van het Indonesische parlement, corrigeerde president Yudhoyono zijn minister razendsnel. Hij koos voor een noodoplossing: de modder zal via de Porongrivier naar zee worden gesluisd. Onbekend zijn de gevolgen voor het milieu en voor de economische cruciale garnalenbassins in de regio.
De modderput ontstond op 29 mei 2006 toen bij gasboringen een wand van de boorschacht het begaf. De ramp vormt een steeds grotere internationale afgang voor de Indonesische president. Het moddermeer bij Sidoarjo is na twee jaar twee keer zo groot als het Central Park in New York, en de eindeloze stroom kan dagelijks veertig zwembaden vullen. Ruim 50.000 mensen zijn op de vlucht geslagen voor het naar zwavel stinkende slijk. Ook fabrieken, winkels en scholen zijn overgestroomd. Het aantal faillissementen in de gehele regio is torenhoog, en de transportkosten vanwege de constante files rijzen de pan uit. Alleen apotheken doen nog goede zaken. Het aantal bewoners met allergieën is vanwege de zwaveldamp explosief toegenomen.
Bij de Indonesiërs is één naam onlosmakelijk verbonden met de modderramp. De steenrijke zakentycoon Aburizal Bakrie is momenteel coördinerend minister van Welzijn en, nog belangrijker, een gewichtig politiek bondgenoot van president Yudhoyono. Recentelijk benoemde het magazine Forbes hem tot de rijkste man van Indonesië, met een geschat vermogen van 5,4 miljard dollar. Het conglomeraat van de zakenman bestaat uit mijnbouw- en telecommunicatiebedrijven en grote onroerendgoedprojecten. Maar sinds 2006 overschaduwt de modderramp zijn politieke en financiële succes. Een firma van zijn concern bezat het grootste aandeel in het nu beroemde gasboringsproject op Oost-Java. Dochterbedrijf PT Lapindo Brantas houdt vol dat de aardbeving die Midden-Java in mei 2006 trof de oorzaak is van de moddervulkaan.
Buitenlandse onderzoekers hebben echter andere conclusies getrokken. Academici bevestigden in het wetenschappelijke vakblad Earth and Planetary Science Letters dat gasboringen verantwoordelijk waren voor de modderramp. In de expatcafés in Jakarta is de affaire een veelbesproken onderwerp onder de werknemers van Amerikaanse en Europese olieconcerns. „Het is een publiek geheim dat het betrokken bedrijf de boorput onvoldoende versterkt had. En nu zitten ze met de gevolgen”, zucht een olieboorder die al tien jaar in Azië werkt. Het oplossen van het probleem is sinds 2007 verzand in een eindeloos welles-nietesspel tussen de overheid en PT Lapindo Brantas.
De affaire lijkt minister Bakrie en zijn familiebedrijf persoonlijk niet te deren. Eind juli gingen duizenden gasten uit de jetset van Jakarta naar het grootse huwelijksfeest van zijn nichtje, dat trouwde met een lid van een vooraanstaande Singaporese zakenfamilie. Ingewijden speculeerden hevig of dit wellicht de duurste bruiloft in de Indonesische geschiedenis was.
Intussen lijkt de Indonesische regering vooralsnog aan het kortste eind te trekken. Zij zal volgens analisten stilletjes de eindrekening moeten opmaken en hopen dat de mondige Javaanse bewoners snel tevreden zijn met een compensatie.
President Yudhoyono beval in 2007 de firma Lapindo Brantas 400 miljoen dollar aan compensatie te verstrekken aan de slachtoffers in een speciaal aangewezen gebied, dat getroffen is door de moddervulkaan. Twintig procent van de compensatiegelden is daadwerkelijk verstrekt aan dorpsbewoners in dit specifieke gebied. Maar de mensen uit de nieuw getroffen dorpen wonen erbuiten en hebben dus geen recht op het geld. En intussen blijft de modder maar doorstromen.