Bij de bomaanslag, die met de meeste doden ooit in Noord-Ierland, kwamen 29 mensen om het leven.De Real IRA, een afsplitsing van de IRA, eiste destijds de verantwoordelijkheid voor de aanslag op, maar er werd nooit iemand veroordeeld. Toch was informatie over de daders ruimschoots aanwezig. De BBC zegt dat de afluisterdienst van de regering de mobiele telefoons van de terroristen afluisterde voor de antiterreurpolitie. Er werden gesprekken opgenomen die werden gevoerd tijdens de rit in Noord-Ierland met twee auto’s, waarvan een gevuld met 225 kilo explosieven.

Volgens de BBC waren in de gesprekken de woorden „de bakstenen zitten in de muur” te horen, codetaal die aangaf dat de explosievenauto geparkeerd was en klaar om te laten ontploffen. Eenzelfde code werd door de inlichtingendienst bij een eerdere bomaanslag opgenomen.

Volgens voormalig politieman Nuala O’Loan, die het politieonderzoek naar de aanslag onderzocht, had de aanslag voorkomen kunnen worden als de gesprekken live waren gevolgd. Volgens de BBC kreeg de politie de transcripten van de gesprekken pas drie dagen na de aanslag. De transcripten waren echter flink gecensureerd, waardoor het onderzoek werd belemmerd.

Hoewel de meeste daders waren geïdentificeerd, heeft het nooit tot veroordelingen geleid. Dat komt volgens O’Loan onder meer doordat de politie tijdens het onderzoek forensische bewijzen onzorgvuldig heeft bewaard en aanwijzingen niet voldoende volgde.