In vijf landen nog doodstraf kinderen
De doodstraf voor kinderen komt wereldwijd nog in vijf landen voor. Sinds januari 2005 werden 32 personen van achttien jaar en jonger om het leven gebracht vanwege door hen begane misdrijven. Iran was verantwoordelijk voor 26 executies, Sudan en Saoedi-Arabië namen er twee voor hun rekening en Pakistan en Jemen elk één.
Dat blijkt uit een rapportage die de mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch woensdag publiceerde. Volgens de opstellers van het rapport zijn nog eens honderd jongeren op dit moment in afwachting van de uitvoering van hun doodvonnis.HRW heeft de Verenigde Naties ertoe opgeroepen de betreffende landen onder druk te zetten, zodat de kinderen beter worden beschermd. Deze week heeft de jaarlijkse algemene vergadering van de VN plaats. „We zijn nog maar vijf landen af van een totale ban op de doodstraf voor kinderen", zei Clarisa Bencomo van HRW. „Deze paar weigeraars moeten stoppen met hun barbaarse praktijken, zodat niemand meer wordt geëxecuteerd voor misdrijven die werden begaan als kind".
Alle lidstaten van de Verenigde Naties, inclusief Iran, Sudan, Saoedi-Arabië, Pakistan en Jemen, hebben verdragen ondertekend waarin ze beloven de doodstraf niet op te leggen aan kinderen. De bewuste vijf landen behouden zich echter het recht voor om deze verdragen in bijzondere gevallen te negeren.
De gebrekkige geboorteregistratie vormt in een aantal landen een complicerende factor. Het is dan moeilijk om de exacte leeftijd van een verdachte vast te stellen. Dit probleem speelt onder meer in Sudan, waar meer dan 35 procent van alle baby’s niet officieel wordt geregistreerd.
Iran staat te boek als het land met de strengste straffen voor kinderen. Volgens de wet in dit land kunnen meisjes van 9 jaar en ouder ter dood worden veroordeeld en jongens vanaf 15 jaar. Dit jaar zijn in Iran al zeker zes jeugdigen geëxecuteerd.