Aidswonder van Uganda verklaard
Vanwege grote successen bij de bestrijding van aids staat het Afrikaanse land Uganda bekend als aidswonder. Het aidsbestrijdingsbeleid wordt andere Afrikaanse landen ten voorbeeld gesteld. Maar dat beleid is volgens onderzoeker John Kinsman nooit gebaseerd geweest op wetenschappelijk onderzoek. „Het was het gevolg van pragmatisch handelen van enkele grote namen.”
Gebrek aan wetenschappelijke onderbouwing hoeft natuurlijk niet verkeerd te zijn. Het belangrijkste is immers dat het aantal aidsbesmettingen in Uganda drastisch is gedaald sinds de start in 1986 van de bestrijding ervan.Toch ziet (en ondervindt) Kinsman nadelen van dit pragmatische handelen: Belangrijke onderzoeksresultaten die de op een bepaald moment bestaande visie ondermijnen, worden aan de kant geschoven.
Donderdag promoveerde de Engelse onderzoeker Kinsman aan de Universiteit van Amsterdam op zijn onderzoek ”Pragmatische keuzes”.
In 1986 onderkende president Yoweri Museveni van Uganda als eerste Afrikaanse staatshoofd de ernst van de toen nog onbekende epidemie aids. Hij nam het besluit de ziekte uit de taboesfeer te halen en actief te bestrijden.
Dat was volgens Kinsman een moedig en visionair besluit, omdat Ugandezen er moeite mee hadden te erkennen dat een ziekte die in Europa was vastgesteld onder homoseksuele mannen bij hen epidemische vormen had aangenomen.
„De belangrijkste redenen voor Museveni om aids te benoemen en te bestrijden, waren dat hij met eigen ogen de gevolgen had gezien en dat grote aantallen van de soldaten van zijn leger besmet bleken te zijn. De ziekte vormde dus een bedreiging voor hem. Bescherming van zijn leger en daarmee van zichzelf, is het pragmatische deel van zijn besluit.”
Westerse aanpak
Het uitgangspunt van Museveni’s beleid werd ”zero grazing”, oftewel: niet snoepen buiten de deur. Al snel ontstond er een strijd tussen deze typisch Ugandese aanpak die erop was gericht dat mannen en vrouwen slechts een seksuele relatie onderhielden met hun eigen partner, en de westerse aanpak die vooral gericht was op het gebruik van condooms.
Kinsman: „Uiteindelijk koos Museveni begin jaren negentig voor de westerse aanpak. De grote nadruk op het gebruik van condooms stuitte hem en zijn Ugandese onderdanen tegen de borst, maar elk Afrikaans land dat in zijn aidsbestrijdingsbeleid de nadruk legde op voorlichting en het gebruik van condooms, kon rekenen op westerse steun in de vorm van expertise en heel veel geld. Dat gaf de doorslag.”
Op het moment dat deze strijd speelde, was er nauwelijks onderzoek gedaan naar de effectiviteit van condooms bij de bestrijding van aids. Achteraf blijkt dat condooms in Uganda ondanks de nadruk op het gebruik ervan nog steeds niet populair zijn: gemiddeld gebruikt een seksueel actieve Ugandees per jaar vijf condooms. „Waarschijnlijk is de grote afname van het aantal nieuwe aidsbesmettingen in Uganda dus niet het gevolg van de westerse ideologie van condoomgebruik, maar vooral van de typisch Ugandese nadruk op ”zero grazing” en onthouding”, aldus Kinsman.
Het tweede onderdeel van het Ugandese aidswonder is de voortvarende invoering van aidsremmende medicijnen, zogenoemde ARV’s. Deze medicijnen genezen aids niet, maar verlengen wel het leven van mensen die ermee besmet zijn, met soms tientallen jaren.
In het begin van deze eeuw was de algemene gedachte onder artsen en wetenschappers dat Afrika nog niet toe was aan de invoering van ARV’s. Mensen moeten deze medicijnen immers voor de rest van hun leven slikken. Dat betekent dat er een fijnmazig en betrouwbaar systeem moet zijn voor de verspreiding van die medicijnen en voor de controle op het gebruik. Daar zou de gebrekkige gezondheidszorg in Afrikaanse landen niet op berekend zijn.
Bovendien zou de grootschalige invoering van ARV’s in Afrika zelfs gevaarlijk kunnen zijn. Als mensen hun medicijnen niet trouw slikken, zou het virus immers resistent kunnen worden.
Opzienbarend
Volgens Kinsman zijn enkele grote mannen er verantwoordelijk voor dat ARV’s tóch grootschalig werden ingevoerd in Uganda: Bill Clinton, Kofi Annan, George Bush, Bill Gates en Yoweri Museveni.
President Museveni ondervond volgens Kinsman sterke tegenstand van zijn eigen ministerie van Gezondheid, toen hij zijn zin doordreef om in Uganda te starten met de grootschalige invoering van ARV’s. Ambtenaren van dat ministerie baseerden hun voorzichtigheid op angst van wetenschappers dat de Ugandese gezondheidszorg die taak niet kon volbrengen.
Kinsman: „Museveni baseerde zijn overtuiging op, alweer, pragmatische overwegingen. Succesvolle invoering van aidsbestrijdende medicijnen zou immers prestige opleveren en daaraan vastgekoppeld veel geld. Natuurlijk zou zo’n succesvolle invoering ook goed zijn voor de miljoenen Ugandezen die aan aids leden. Museveni schoof de angst voor problemen bij de invoering, resoluut aan de kant.”
De proef slaagde. Inmiddels worden in heel Afrika op grote schaal aidsremmende medicijnen voorgeschreven en gebruikt. Uganda stond aan de wieg daarvan.
In de grote lijnen van de aidsbestrijding in Uganda heeft het dus niet verkeerd uitgepakt dat het beleid gebaseerd was op pragmatische overwegingen, een mix van prestige, geld en goede zorgverlening aan zieke mensen. Toch wijst Kinsman ook op gevaren van die houding bij de verantwoordelijke mannen.
Samen met tientallen andere wetenschappers en honderden vrijwilligers deed Kinsman van 1996 tot 2001 onderzoek in het Ugandese stadje Masaka. Hij onderzocht het effect van aidsvoorlichting en van controle van seksueel overdraagbare aandoeningen op het aantal nieuwe aidsbesmettingen.
„Dat was een duur en langdurig onderzoek onder zo’n 100.000 Ugandezen”, zegt Kinsman. „De belangrijkste conclusie was dat geen van beide maatregelen meetbare effecten hadden. Een ontnuchterende uitkomst die in wetenschappelijke kring met verbazing werd verwelkomd. De gevolgen van die opzienbarende conclusie waren echter nul. Het leverde een klein stormpje op in de pers en vervolgens verdwenen de uitkomsten in een la. Ze ondersteunden het toen uitgestippelde beleid niet en waren dus niet welkom. Niet alleen de Ugandese regering negeerde de uitkomsten. Ik wil benadrukken dat ook internationale organisaties en westerse regeringen de uitkomsten links lieten liggen.”
„De conclusie van mijn proefschrift is dus dat resultaten van wetenschappelijk onderzoek naar aidsbestrijding in Uganda slechts werden gebruikt als ze van pas kwamen in de ideologie van het moment.”