Kerk & religie

De kamferkist van dominee Straatsma

Geert Mak schreef het spraakmakende boek ”Hoe God verdween uit Jorwerd”. De titel mag dubieus zijn, de zaak is zonneklaar. Het godsdienstige leven in Jorwerd droogde allengs op. Was het begin van die ontwikkeling al te merken toen Anne Klaas Straatsma er in de vooroorlogse jaren opgroeide in de pastorie van zijn vader ds. Klaas Anne Straatsma? Want toen al ging de knapenvereniging ter ziele.

Dr. ir. J. van der Graaf
4 September 2008 13:37Gewijzigd op 14 November 2020 06:19
DS. STRAATSMA ...gematigd fijn... Foto RD
DS. STRAATSMA ...gematigd fijn... Foto RD

De jongelingsvereniging stond aanvankelijk echter nog als een huis. Niet gespeend van enige bescheidenheid waagden de jongelingen, alsook de knapen waarover de jongelingen zich na de teloorgang van de kv ontfermden, zich over de uitleg van de moeilijkste Bijbelboeken, Openbaring en Job. Ze wisten zich wel geholpen door vermaarde Bijbeluitleggers als Matthew Henry en Karl August Dächsel, maar ze hadden toch ook al zo hun eigen ’gedachten’. Bij de moeilijkste teksten was de oplossing dat het daar om „joods gebruik” ging. De tekst uit Markus 12 bijvoorbeeld, waar gesproken wordt over de Farizeeën „die de huizen der weduwen opeten”, vond men wel eigenaardig, maar alla, het was joods gebruik.Voor het jaarfeest nodigde men gerenommeerde sprekers uit. De eer van de uitnodiging moest voor de geachte spreker meer tellen dan een honorarium. Zo gaat dat soms. Ik herinner mij dat mijn betreurde vader een keer verbolgen thuiskwam van een lezing, die door de voorzitter was ingeleid met de dankbare constatering dat de geachte spreker „zo geheel belangeloos” tot hen was overgekomen. En ook vandaag worden sprekers soms met een minder-dan-loodgietershonorarium afgedaan.

Bij die jaarfeesten van de Jorwerdse jv vielen intussen steevast nog de woorden „groei en bloei.” Dus zo erg als Geert Mak het enige decennia later aantrof, was het toen nog niet.

Zelfrelativering
Ik ontleen deze gegevens aan de terugblik die ds. A. K. Straatsma (1886-1970) gaf op zijn predikantschap, ”Uit de kamferkist” (Holland, Amsterdam, z. j.). Hij laat er geen twijfel over bestaan dat zijn weg naar de kansel voor hem is gegaan „uit de ouderlijke pastorie, door de jongelingsvereniging.” Straatsma, die (confessioneel) hervormd predikant was in Elkerzee (1913), Oosterzee en Echten (1917), Meppel (1920), Zandvoort (1925) en ’s-Gravenhage (1929-1951), kreeg vooral bekendheid door zijn Bijbeloverdenkingen voor de NCRV-radio. Vanuit een kelder in Den Haag hield hij op 14 mei 1940, enkele uren voor de capitulatie, een meditatie over Psalm 73 - het laatste vrije woord, voordat de bezetter ingreep in de programma’s.

Straatsma’s kamferkist bevatte bepaald niet alleen mottenballen. Ernstige pastorale momenten worden afgewisseld met zowel geestelijke als geestige ervaringen in de gemeenten, en vooral ook met zelfrelativererende typeringen.

Die zelfrelativering begon al (noodzakelijkerwijs) bij zijn academische proefpreek. Die hield hij namelijk over Job. 23:3: „Och, of ik wist, dat ik Hem vinden zou! Ik zou tot Zijn stoel komen.” „Zo’n jongeman, die de vrijmoedigheid had om daaruit te preken”, zeiden de mensen.

De keurmeester van het dorp („verre van een geestverwant”) kwam daarna in de Jorwerdse pastorie, legde een hand op de schouders van de jongeling en zei: „M’n jonkie, daar leit wel wat in jou.” Maar die waardering lag in lijn met de jv. Het zat ’m er vooral in dat de tekst was genomen uit het boek Job, want „dat andere (de rest van de Bijbel), daar zat niet zo veel in.”

En nog een voorbeeld. Toen in Elkerzee een gereformeerde gemeente (lees: gereformeerde kerk) werd gesticht en het kerkbezoek in de hervormde gemeente tot een minimum was gedaald, besloot de kerkenraad een „fijne” te beroepen, hetgeen de gemeenteleden met blijdschap begroetten, terwijl „de rijke boeren” het een remedie achtten die zij zelf niet nodig achtten.

Ook hier relativeert Straatsma: „Fijn? Gematigd fijn dan tenminste.” Kortom: een predikant moest zijn ambt ernstig nemen, maar zichzelf niet al te serieus.

Loodgieter
Ik zou gaarne nog meer uit de kamferkist opdiepen. Ik volsta echter met de materiële kant van het ambt. ”Behandel een dominee niet als een loodgieter”, is een hoofdstuktitel uit de kamferkist. Maar dat slaat hier niet op de spreekwoordelijke beloning. Het slaat op het gegeven dat mensen de dominee er pas bijroepen als er iets gebarsten is.

Het materiële komt echter ook wel aan bod. Na het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog werd het leven duurder, maar bleven de traktementen gelijk. In Elkerzee zagen de pastoriebewoners op een ochtend de heren kerkvoogden ter vergadering koersen. Aan het eind van de morgen stond de president-kerkvoogd geheimzinnig op de stoep. Hij kwam een onthulling doen, die men eigenlijk nog niet weten mocht. Er zou een schriftelijk bericht komen dat de jaarwedde met 50 gulden was verhoogd.

Straatsma bracht de „onwaarachtigheid” op om voor deze „kolossale welwillendheid” te bedanken: per week „negentien en een zestiende cent erbij.”

En dan de verzorging van de pastorie. Bij een collega moesten er in diens eerste pastorie bij een flinke regenbui circa twintig emmers en potten aan te pas te komen om het niet-begeerde regenwater op te vangen. Soms leeft men in de pastorie „onder een open hemel”, zegt Straatsma.

Eenden
Hierover zijn levensechte verhalen te vertellen. In een dorp niet ver van mijn bakermat zette in mijn jonge jaren een hervormd predikant een bord in de pastorietuin waarop stond vermeld: „Deze pastorie wordt beheerd door de kerkvoogdij van de Hervormde gemeente H…”

In Engeland beklaagde een predikant zich er bij zijn kerkvoogdij over dat er bij flinke regen zo veel water in het onderhuis kwam, dat de kippen die hij daar hield dreigden te verdrinken. „Probeer het eens met eenden”, zeiden de kerkvoogden.

Nee, de dominee zal nooit kunnen wedijveren met de topmanager. Dat moet ook niet. Maar ook de arbeider in de wijngaard is zijn loon en een goed onderhouden onderkomen waardig.

„De begrippen pastorie en zorg zijn maar al te vaak synoniem en het is de vraag in hoeverre de gemeente ervan doordrongen is”, concludeert Straatsma. Waarvan akte!

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer