Angola na zestien jaar weer naar de stembus
De Angolezen brengen morgen voor het eerst in zestien jaar hun stem uit voor een nieuw parlement. Na de rumoerige verkiezingen in Kenia en Zimbabwe wil het Afrikaanse land laten zien dat het ook anders kan. De oppositie klaagt echter over de agressieve campagnestrategie van de regeringspartij.
De nationale kiescommissie is drie jaar bezig geweest met de voorbereidingen, er is een budget van 336 miljoen dollar (232 miljoen euro) gebruikt -oorspronkelijke begroting: 84 miljoen dollar- en er is een waar leger aan waarnemers ingevlogen om de stembusgang op de voet te volgen. Kosten noch moeite zijn gespaard om de verkiezingen van vrijdag en zaterdag tot een succes te maken.Het is de Angolezen veel waard een herhaling van de dramatische verkiezingen in 1992 te voorkomen. Kort na die verkiezingen, die tijdens een staakt-het-vuren georganiseerd waren, namen opstandelingen van oppositiepartij Unita de wapens op om de uitslagen aan te vechten. Pas in 2002 legden de rivaliserende partijen de wapens definitief neer, in feite voor het eerst sinds Angola in 1975 de onafhankelijkheid verwierf. De sinds 1975 regerende Volksbeweging voor de Bevrijding van Angola (MPLA) en de Nationale Unie voor de Totale Onafhankelijkheid van Angola (Unita) stonden al vóór de onafhankelijkheid lijnrecht tegenover elkaar, gesteund door respectievelijk de Sovjet-Unie en de Verenigde Staten.
De verkiezingen van deze week gelden als een belangrijke test voor de democratische veerkracht van het land. Volgens president Jose Eduardo Dos Santos (66) heeft het land „een nieuw tijdperk geopend voor democratie.” Aan het begin van de campagne riep hij de Angolezen ertoe op elkaar te respecteren en alleen woorden en debat te gebruiken als wapens in de verkiezingsstrijd.
Een democratische wijze van regeren zou overigens voor hemzelf ook iets nieuws zijn. Het Noorse Christian Michelsen Instituut wees er in 2006 in een rapport op dat de Angolese president zelfs voor Afrikaanse begrippen bijzonder veel macht bezit. Hij stelt als staatshoofd niet alleen alle ministers en staatssecretarissen aan, maar ook de aanvoerder van het leger en de voorzitter van de regerende partij. Het parlement heeft bovendien niet de macht de president naar huis te sturen of verkiezingen uit te schrijven. Zelfs wanneer de oppositie de verkiezingen wint, ligt alle macht nog bij de president.
De oppositie stelt dat de macht van de president bovendien een eerlijk campagneverloop in de weg staat. De zendtijd op radio en televisie mag dan evenredig over de veertien deelnemende partijen zijn verdeeld, de regering pakt veel extra propaganda door uren zendtijd en veel krantenpagina’s te (laten) vullen met de vermeende successen van de regering. Unita heeft daarom met drie andere partijen een klacht bij de nationale kiescommissie ingediend over de onevenwichtigheid in de media. „Je moet je ideeën en programma’s verkopen op basis waarvan het volk kan kiezen. Maar als de machthebbers weinig ideeën hebben maar alle middelen, ontwricht dat het principe van verkiezingen”, stelde een woordvoerder van Unita tegenover het Vlaamse persbureau IPS.
Ook Human Rights Watch toonde zich kritisch over de MPLA-propaganda via de staatsmedia en intimidatie van burgers die op de oppositie willen stemmen. „Angolezen zullen niet in vrijheid kunnen stemmen als er niet snel iets verandert”, liet Georgette Gagnon, hoofd Afrika van HRW, vorige maand weten. De mensenrechtenorganisatie stelt „een groot aantal incidenten van politiek geweld” door MPLA-aanhangers te hebben genoteerd in de registratieperiode tussen november 2006 en mei 2008. Politiek geweld zou met name op het platteland gebruikt zijn.
Het hoofd van de Europese waarnemingsmissie, Luisa Morgantini, prees Dos Santos en andere politieke leiders echter om hun oproepen tot tolerantie en hun vastbeslotenheid tot vreedzame verkiezingen.
De verkiezingen zijn een enorme logistieke operatie. Niet alle Angolezen wonen in gebieden die door wegen ontsloten zijn en daarom worden er ook helikopters en boten ingezet om iedereen te bereiken. Bovendien is het jaren geleden dat de bevolking geteld is en is lang niet altijd duidelijk waar inwoners verblijven.
De MPLA bezet momenteel 129 van de 220 parlementszetels, Unita heeft er 70. Volgens veel analisten is de stembusgang in feite een gelopen race en zal de MPLA haar machtspositie behouden. De MPLA wijst de bevolking op de economische groei van de afgelopen jaren. De recentelijk toegenomen olie-inkomsten en buitenlandse leningen hebben ervoor gezorgd dat Angola een van de snelst opkomende economieën in Afrika is.
De oppositie betoogt echter dat het geld niet aan de bevolking ten goede komt. „Het is waar dat onze economie groeit, maar zij groeit op een slechte manier”, betoogde Unitaleider Isais Samakuva bij de opening van zijn campagne. „Meer dan 90 procent van de nationale welvaart wordt gestolen door de staat en concentreert zich bij minder dan 0,5 procent van de bevolking.” Het woord is vrijdag echter ook aan de 99,5 procent die niet van de welvaart zou profiteren.