Teleurstelling om databank Antilliaanse probleemjeugd
Het besluit van de Raad van State dat Nederland toch een databank mag aanleggen met persoonsgegevens van probleemjongeren uit de Antillen en Aruba heeft tot teleurgestelde reacties geleid. Een gang naar het Europees Hof voor de Rechten van de Mens wordt overwogen.
Dat laatste heeft het Overlegorgaan Caribische Nederlanders (OCaN) woensdag laten weten. De belangenclub voor Antillianen en Arubanen in Nederland meent dat het toestaan van de databank onevenredig inbreuk maakt op het recht op privacy, persoonlijke vrijheid en gelijke behandeling. Het OCaN vreest dat de Raad van State een „gevaarlijk precedent" heeft gecreëerd.Premier Nelson Oduber van Aruba noemde het eveneens jammer dat de databank er komt. „Dit is niet het juiste rechtsmiddel; er zijn genoeg andere manieren in Nederland om criminaliteit aan te pakken. Dit stigmatiseert een groep die al in opspraak kwam".
Het plan voor een zogeheten verwijsindex Antillianen is al jaren een doorn in het oog van de Nederlandse Antillen en Aruba, omdat registratie op basis van etniciteit volgens hen discriminerend is. Vanuit de Tweede Kamer bekritiseerde Cynthia Ortega–Martijn (ChristenUnie) de databank. Volgens haar zet deze aanpak de samenwerking met de Antilliaanse gemeenschap onnodig onder druk.
De Raad van State oordeelde woensdag dat de databank voor Antilliaanse en Arubaanse probleemjongeren er mag komen. Daarmee vernietigde de hoogste bestuursrechter een uitspraak van de rechtbank in Den Haag, die het gegevensbestand in strijd vond met de Wet bescherming persoonsgegevens.
De databank is opgezet door voormalig minister Rita Verdonk (Integratie). Zij wilde Antilliaanse risicojongeren tot 25 jaar apart in kaart brengen, omdat de groep zeer mobiel is en zich niet altijd inschrijft in het bevolkingsregister.
Het College Bescherming Persoonsgegevens (CBP) had toestemming verleend voor een proef van twee jaar met de databank. Het OCaN vocht dat met succes aan.
De Raad van State oordeelt nu echter dat terecht ontheffing is verleend om de persoonsgegevens te verwerken. Het CBP heeft „aannemelijk gemaakt dat de problematiek van Antilliaanse risicojongeren ernstiger is dan die van andere risicogroepen". Ook meent de bestuursrechter dat de ontheffing niet in strijd is met het discriminatieverbod en diverse internationale verdragen.
Minister Ella Vogelaar (Integratie) toonde zich tevreden met de conclusies van de Raad van State.