De belangrijkste oppositiepartij Unita, de Nationale Unie voor de Totale Onafhankelijkheid van Angola, en twaalf kleinere partijen nemen het op tegen de regerende MPLA, de Volksbeweging voor de Bevrijding van Angola, die al ruim dertig jaar aan de macht is. Maar volgens analisten is de stembusgang een gelopen race voor MPLA, die 129 van de 220 parlementszetels in handen heeft, tegenover 70 van Unita.De kleinere partijen spelen nauwelijks een rol in de campagne. Enkele van hen hebben zich bij de nationale kiescommissie, NEC, beklaagd over het gebrek aan zendtijd en financiële middelen voor het voeren van een goede campagne.

Ook mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch uitte haar bezorgdheid over de MPLA-propaganda via de staatsmedia en intimidatie van burgers die op de oppositie willen stemmen. „Angolezen zullen niet in vrijheid kunnen stemmen als er niet snel iets verandert”, aldus een woordvoerder van HRW.

Ondanks deze kritiek is het hoofd van de EU-waarnemersmissie in Angola, Luisa Morgantini, tevreden over de voorbereidingen die in Angola voor de stembusgang zijn getroffen. Ze prees politici voor hun tolerante taalgebruik en hun vastbeslotenheid om vreedzame verkiezingen te houden.

Volgens president José Eduardo Dos Santos (66) van MPLA heeft Angola „een nieuw tijdperk geopend voor democratie.”

De laatste verkiezingen in Angola vonden plaats in 1992, tijdens een staakt-het-vuren van regeringstroepen en Unita-opstandelingen. Unita verwierp echter de volgens haar onjuiste verkiezingsuitslagen, en nam opnieuw de wapens op. Deze keer verwachten de meeste politieke leiders echter vreedzame verkiezingen.

MPLA en Unita ontstonden als verzetsbeweging tegenover de Portugese overheersing, die in 1975 eindigde, en staan al decennia tegenover elkaar. Nadat Portugal de macht had overgedragen aan MPLA, brak er een burgeroorlog uit waarin Unita-rebellen het opnamen tegen de MPLA-regering.

De economie in Angola lijkt langzaam uit haar diepe dal te klimmen. De recentelijk toegenomen olie-inkomsten en buitenlandse leningen hebben er samen voor gezorgd dat Angola een van de snelst opkomende economieën is in Afrika. Circa 70 procent van de bevolking moet echter nog altijd rondkomen van minder dan 2 dollar per dag.

Volgens analisten is de voortdurende armoede te wijten aan corruptie. Oppositieleider Isaias Samakuva (62) van Unita betitelde het regeringsbeleid als „rampzalig”. Hij wil de gestegen olie-inkomsten gebruiken om de verwoeste landbouwsector nieuw leven in te blazen.