Van P. moest zich verantwoorden voor het stelselmatig verkrachten van zijn inmiddels ex-echtgenote en ook zou hij ook hebben geprobeerd haar te wurgen.De feiten zouden zich tussen 2001 en 2004 hebben voorgedaan. Ook de vier jaren daarvoor zou Van P. zich hebben misgaan, maar toen was verkrachting binnen het huwelijk nog niet strafbaar.

Diverse verklaringen wezen het geloof aan als splijtzwam. Hun verschillende opvattingen brachten de vrouw ertoe om de religieuze boeken van haar man weg te gooien. Het beeld dat in het dossier naar voren kwam, schetste een dominante, manipulatieve en agressieve vrouw, terwijl Van P. een rustig afwachtende man was die te weinig voor zichzelf was opgekomen.

Volgens de officier van justitie is er echter geen bewijs. Wel achtte hij bewezen dat Van P. zijn ex aan de schouders had geschud en dat was in zijn visie mishandeling. Daarvoor eiste hij een schuldigverklaring zonder straf.

De uitspraak is op 10 september.