Anwar beëdigd als parlementslid
De Maleisische oppositieleider Anwar Ibrahim is donderdag teruggekeerd in het parlement, van waaruit hij zijn missie om premier te worden kan hervatten, tien jaar nadat zijn carrière leek afgeschreven door een aanklacht wegens sodomie.
Onder luide bijval van de oppositie werd Anwar gisterochtend beëdigd. Hij werd ook formeel tot leider van de verzamelde oppositie uitgeroepen.„Ik ben blij na tien jaar terug te zijn. Ik voel me echt gerehabiliteerd. Ik voel me geweldig”, zei Anwar, die onlangs wederom voor sodomie werd aangeklaagd. Hij verwerpt de nieuwe aanklacht als een „zieke” poging van de regering om zijn politieke comeback te torpederen.
Later gisteren verliet Anwar met de leden van de oppositie demonstratief het parlement uit protest tegen een door de regering ingediend wetsontwerp dat verdachten van een misdrijf verplicht DNA af te staan. Volgens critici is de wet gericht tegen Anwar, die er door een vroegere -mannelijke- medewerker van is beschuldigd seks met hem te hebben gehad. Op homoseks rust in Maleisië een groot taboe en er staat maximaal twintig jaar gevangenisstraf op. Anwar heeft geweigerd zijn DNA aan de politie af te staan. Hij zegt te vrezen dat ermee wordt gerommeld.
De reden dat de oppositie uit het debat over het wetsontwerp wegliep, zei hij gisteren tegen verslaggevers buiten het parlementsgebouw, is dat de regering geen antwoord wilde geven op haar voorstel het wetsontwerp te laten bestuderen door een parlementaire commissie.
Premier Abdullah Ahmad Badawi, vicepremier Najib Razak en de meeste ministers van het regerende Nationaal Front lieten verstek gaan bij de beëdiging van Anwar, maar waren wel aanwezig bij het debat. De oppositieleider zou hen vandaag weer ontmoeten. Abdullah presenteert dan de begroting, een taak die Anwar begin jaren negentig als minister van Financiën en vicepremier placht te vervullen. Hij was toen de gedoodverfde opvolger van oud-premier Mahathir Mohamad en zijn huidige politieke tegenstanders waren zijn collega’s.
Anwar begon zijn politieke carrière in 1968 als een van de oprichters van de studentenorganisatie Moslim Jeugdbeweging van Maleisië. In de jaren zeventig zat hij twintig maanden zonder aanklacht gevangen na het leiden van een studentenprotest tegen armoede onder de boerenbevolking. In 1982 werd hij door Mahathir bij de regerende partij UMNO gehaald en won hij een parlementszetel in het noordelijke district Permatang Pauh, waar hij nu opnieuw is gekozen.
Na achtereenvolgens als minister van Cultuur, Onderwijs en Financiën te hebben gediend werd hij in 1993 door de partij tot vicepremier gekozen. Toen Maleisië in 1997 werd meegezogen in de financiële crisis in Azië raakten Mahathir en Anwar in conflict over het economisch beleid en het jaar daarop werd Anwar door Mahathir ontslagen. Toen hij kort daarop een massabetoging tegen de premier aanvoerde werd hij opgepakt wegens sodomie en corruptie. In 2000 werd hij op beide punten schuldig verklaard en moest hij van de rechter na zes jaar hechtenis wegens corruptie nog eens negen jaar uitzitten wegens sodomie.
Terwijl Anwar in de gevangenis zat werd Mahathir opgevolgd door Abdullah. In 2004 vernietigde het hooggerechtshof Anwars veroordeling wegens sodomie en werd hij op vrije voeten gesteld.
Op 14 april van dit jaar won Anwars uit drie partijen bestaande oppositiecoalitie 82 van de 222 parlementszetels, iets wat nog nooit was vertoond. Een maand later liep een verbod op het uitoefenen van een politiek ambt dat Anwar bij zijn veroordeling was opgelegd af en kondigde hij aan de regering ten val te zullen brengen. Eind juni dook de nieuwe sodomie-beschuldiging op, maar daar liet Anwar zich niet door tegenhouden. Zijn vrouw stelde de parlementszetel voor Permatang Pauh die zij in zijn afwezigheid had gewonnen, ter beschikking en op 26 augustus werd die bij een tussentijdse verkiezing met overweldigende meerderheid aan Anwar toegekend.
„Een tweede politieke tsunami”, noemde Lim Kit Siang van de oppositiepartij Democratische Actie Anwars verkiezingszege.
De oppositieleider moet zich intussen nog wel wegens sodomie verantwoorden. Op 10 september komt de rechtbank bijeen om een datum te kiezen voor het proces. Volgens opiniepeilingen zijn de meeste Maleisiërs ervan overtuigd dat de aanklacht een politieke achtergrond heeft.
„Anwar -wat we ook van hem denken en velen van ons zijn sceptisch- begint er steeds meer uit te zien als onze toekomstige premier”, schreef columnist Karim Raslan gisteren in het dagblad The Star. „Er is een toenemend gevoel van onvermijdelijkheid over zijn aanstaande opvolging.”