Westen voorzichtig over Turkije
Westerse leiders hebben maandag voorzichtig maar welwillend gereageerd op de enorme verkiezingsoverwinning van de conservatief-religieuze Partij voor Recht en Ontwikkeling (AKP) van Recep Tayyip Erdogan in Turkije. Velen leken opgelucht over de toezegging van de AKP dat de partij geen drastische koerswijzigingen voorstaat.
De verkiezingen van zondag leverden de AKP ruim 60 procent van de parlementszetels op, een ware aardverschuiving die tot ver buiten de landsgrenzen schokgolven veroorzaakte. Erdogan nam echter veel bezorgdheid weg door onmiddellijk te verklaren dat Turkije een seculiere staat blijft, vasthoudt aan de wens tot toetreding tot de Europese Unie en het bezuinigingsprogramma van het IMF steunt.
De Amerikaanse onderminister van Buitenlandse Zaken, Marc Grossman, zei in Griekenland dat het Turkse volk het recht heeft zijn eigen leiders te kiezen en dat de Verenigde Staten uitzien naar samenwerking met de nieuwe regering.
De Griekse minister van Buitenlandse Zaken, George Papandreou, bood zijn gelukwensen aan en zei te hopen op een „sprong voorwaarts in onze betrekkingen om de verschillende langdurige en historische problemen op te lossen.”
De Britse premier Tony Blair zei „zeer bemoedigd” te zijn door de verklaringen die de partij na de verkiezingszege had afgelegd. Hij voegde hieraan toe dat niet buitenstaanders, maar de Turken zelf beslissen door wie ze willen worden geregeerd.
Javier Solana, buitenlandcoördinator van de Europese Unie, bood de overwinnaars zijn felicitaties aan en zei dat de Turkse democratie met de verkiezingen van zondag volwassener is geworden.
Ook de Duitse regering zei bemoedigd te zijn door de verzekering dat het beleid niet radicaal zal worden omgegooid. „Wij bekijken de eerste signalen welwillend”, zei een woordvoerder van bondskanselier Gerhard Schröder. „De samenwerking met het IMF wordt voortgezet, evenals de pro-Europese koers.” Schröder krijgt op 27 november de Turkse president Ahmet Necdet Sezer op bezoek.
De verkiezingen volgden kort nadat de Europese Unie Turkije opnieuw had teleurgesteld door geen datum vast te stellen waarop besprekingen over de toetreding van Turkije kunnen beginnen. Een woordvoerder van de Europese Commissie, Jean Christophe Filori, zei dat het er nu op aankomt wat de nieuwe regering doet, niet wat zij zegt. Wat de opname van Turkije in de EU betreft gelden dezelfde voorwaarden als tevoren, zei hij: een goed functionerende markteconomie en een democratisch politiek stelsel. Hij voegde hieraan toe dat de Unie verwacht dat Turkije wat het EU-lidmaatschap betreft op koers blijft.
Met het vertrek van de Turkse premier Bülent Ecevit, die maandag na de verpletterende verkiezingsnederlaag zijn ontslag aanbood aan president Ahmet Necdet Sezer, verdwijnt een icoon uit het Turkse politieke leven van het toneel.
Ecevits politieke carrière omvat 45 jaar, maar nog nooit verloor hij op zo’n dramatische wijze als zondag. De 77-jarige, zieke premier zag zijn partij, Democratisch Links, teruggaan van 22 procent in 1999 tot 1 procent nu. De twee andere partijen van zijn driepartijencoalitie haalden evenmin de kiesdrempel van 10 procent.
Ecevit, die sinds 1957 vijfmaal het premierschap bekleedde, is afgerekend op de economische crisis die gepaard ging met miljoenen ontslagen. Ook zijn zwakke gezondheid leidde tot verlies aan vertrouwen in de politicus, die al enkele weken voor de verkiezingen te kennen gaf dat hij bereid was het leiderschap van de centrumlinkse coalitie over te dragen.
Tot de verdiensten van Ecevit worden gerekend dat hij de arbeiders het stakingsrecht en recht op organisatie en collectieve belangenbehartiging gaf. Ook zijn steun aan de landhervormingen die arme boeren hielpen, wordt positief beoordeeld. Hij gelastte in 1974 de inval van het Turkse leger in Cyprus, een ontwikkeling die zou leiden tot de verdeling van het eiland en een status quo die voortduurt tot op de dag van vandaag. Loftuitingen kreeg hij recentelijk wegens de arrestatie van de Koerdische rebellenleider Abdullah Öcalan in Kenia en de officiële kandidatuur van Turkije voor toetreding tot de Europese Unie.