Buitenland

Zon en afval brengen voorspoed in sloppenwijk Kenia

De stank die opstijgt uit een afwateringsgoot vol vliegen wordt nog verergerd door de verzengende zon. Maar voor sommige ondernemende bewoners is het de geur van de vooruitgang.

Katherine Houreld (AP)
26 August 2008 10:22Gewijzigd op 14 November 2020 06:16

De bewoners van de sloppenwijk Kibera in Nairobi, de op een na grootste sloppenwijk in Afrika, overleven stijgende voedsel- en brandstofprijzen en een gebrekkige waterzuivering door nuttig gebruik te maken van twee zaken die in overvloed aanwezig zijn: afval en zonneschijn. Sommigen hebben een netwerk van openbare toiletten aangelegd, dat menselijke uitwerpselen verwerkt tot gas voor koken en licht. Anderen hebben met steun van een Zwitserse hulporganisatie een project opgezet om veilig drinkwater te maken met behulp van zonlicht.Er is grote behoefte aan dit soort projecten, want voor meer dan 1 miljoen bewoners van Kibera is het moeilijker dan ooit om het geld bijeen te schrapen om maismeel en verschrompelde kool te kopen voor die ene maaltijd per dag. Het afgelopen halfjaar zijn de voedselprijzen in de Keniaanse hoofdstad verdubbeld en de prijs van houtskool om te koken is met een kwart gestegen.

De ”biolatrines” zijn naast een weesschool neergezet. Ongeveer 600 mensen maken er gebruik van, wat genoeg menselijk vuil oplevert om het gas te produceren dat nodig is om voor de 68 schoolkinderen te koken en een douchegelegenheid van voldoende warm water te voorzien voor honderden mensen.

Naast een warme hap gaat de gezondheid van de wezen er ook op vooruit. „Voor we biogas hadden, kregen de kinderen in de winter slechts koude douches. Nu er warm water is, zijn ze veel minder vaak verkouden”, laat het schoolhoofd, Bernard Asanya, weten. Een andere prettige bijkomstigheid is dat met het geld dat de school bespaart op houtskool twee nieuwe leraren zijn aangesteld, aldus Asanya.

Het project, dat gekopieerd is van een in Tanzania uitgevoerd ontwerp, werd gefinancierd door een groep internationale donateurs, maar wordt door de lokale gemeenschap gerund. Bewoners betalen omgerekend zo’n 2 cent om gebruik te mogen maken van de toiletten die boven een ingegraven opslagtank staan gerangschikt.

De uitwerpselen komen terecht in een luchtdichte ”bioverteerder”, waaruit methaan wordt gefilterd in een tweede tank. Het gas kan worden gebruikt om ovens te verwarmen, lampen te laten branden of water te verhitten. Het gaat echter nog niet rechtstreeks naar afzonderlijke woningen. Het vaste afval wordt door rietbedden geleid en gefilterd voordat het verzameld wordt om als kunstmest te worden verkocht.

Met het geld dat zo beetje bij beetje binnendruppelt worden schoonmakers en een conciërge betaald. Bovendien wordt het gebruikt om andere projecten te financieren. Het eerste van dit soort biogasfabriekjes bleek vier jaar geleden zo succesvol, dat inmiddels 34 projecten in verschillende stadia van gereedheid door heel Kenia zijn te vinden.

Als nog eens 200 mensen een paar centen besteden om hun behoefte te komen doen is er zelfs genoeg gas beschikbaar om een straatlamp te kunnen laten branden. En dat in een sloppenwijk waar nog nooit elektriciteit is geweest. Het zou de straten veiliger maken in een buurt waar lijmsnuivende gangsters zich als het donker is in de steegjes ophouden.

Een ander groot voordeel van de biolatrines, vinden de bewoners zelf, is de grote afname van de ’vliegende toiletten’. Deze plastic zakken gebruikten sloppenwijkbewoners soms om hun gerief in te doen, om ze vervolgens met een boog uit hun hutten de stegen in te zwiepen, waarbij een enkele onoplettende voorbijganger wel eens getroffen wilde worden.

Maar niet iedereen heeft de beschikking over een biolatrine. Stroompjes afvalwater in de straten groeien regelmatig uit tot riviertjes waar verfomfaaide honden in rondspringen. Ziekmakende afvalstromen lopen vaak parallel aan gebroken, doorroeste pijpen die water naar drinkbronnen moeten brengen. Ziektekiemen komen via lekken in het drinkwater terecht en besmetten zo kinderen waarvan de ouders geen dokters kunnen betalen.

Een ander project biedt hier uitkomst. Kaltouma Tahir, een 52-jarige moeder van vier kinderen, weet nog goed hoe het driejarige zoontje van haar buurvrouw zeven jaar geleden van het water dronk en diarree kreeg, waar hij aan overleed. Niet lang daarna hielp Tahir mee aan een proefproject dat door een Zwitserse hulporganisatie in het leven was geroepen, om water te zuiveren met behulp van ultraviolette straling uit zonlicht. Tegenwoordig legt Tahir haar buren uit hoe zij water in doorschijnende flessen schoon kunnen krijgen door ze op hun daken in de volle zon te laten liggen. Volgens Zwitserse tests is zes uur in de volle zon, of uiterlijk twee dagen wanneer het bewolkt is, voldoende om ziektekiemen in water te doden; een lege doorzichtige literfles kost bovendien maar een paar cent.

Volgens de Keniaanse chemicus David Kariuki is het aantal ziektegevallen door verontreinigd water in gebieden waar het project uitgevoerd wordt tot 90 procent afgenomen. Kinderen missen minder vaak schoollessen en ouders minder vaak hun werk. Geld dat anders naar medicijnen ging, wordt nu besteed aan schoolspullen of extra voedsel.

Het waterproject in Kenia is inmiddels gegroeid van 3 naar 24 werknemers en heeft 65.000 huishoudens en vijftien scholen in Kibera bereikt. Wereldwijd wordt deze kennis door 2 miljoen mensen in dertig landen toegepast, hoewel dat nog steeds een fractie is van de 1,1 miljard mensen die gebrek aan schoon water hebben.

Kaltouma Tahir en haar collega’s hopen nu een regionaal centrum in Kibera op te richten waar andere Afrikanen kunnen komen om te leren van hun succes. Volgens Tahir is het aantal sterfgevallen onder kinderen door vervuild water sinds het begin van het project zeven jaar geleden afgenomen van twintig tot twee of drie per jaar.

Tahir denkt dat vooruitgang niet alleen is af te lezen aan cijfers, maar vooral voortkomt uit het overtuigen van mensen dat zij hun levens kunnen veranderen. Ze denkt terug aan haar buurvrouw, die na de dood van haar zoontje vol verdriet de sloppenwijk verliet. Maar met haar twee nog levende kinderen nam zij ook een voorraad schone plastic flessen mee.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer