Buitenland

Een streep op de kaart

De Georgische president Michail Saakasjvili heeft gegokt en verloren. Twee weken na zijn mislukte poging om de zeggenschap over het opstandige Zuid-Ossetië te herstellen, deelt het Russische leger in Georgië vooralsnog de lakens uit. Saakasjvili’s vermeende bondgenoot, de intern verdeelde NAVO, heeft het nakijken.

22 August 2008 19:44Gewijzigd op 14 November 2020 06:15
Een Russische tank passeert in de Zuid-Ossetische hoofdstad Tschinvali een poster van de Russische premier en oud-president Vladimir Poetin. Foto EPA
Een Russische tank passeert in de Zuid-Ossetische hoofdstad Tschinvali een poster van de Russische premier en oud-president Vladimir Poetin. Foto EPA

Wat de afgelopen jaren uitgroeide tot een pokerspel tussen de NAVO en Rusland met als inzet de Kaukasus, begon ooit als een regionaal conflict. Toen met het uiteenvallen van de Sovjet-Unie, eind jaren ’80, de voormalige Sovjetrepubliek Georgië onafhankelijk werd, besloten de Georgische regio’s Abchazië en Zuid-Ossetië zich van de jonge republiek af te scheiden. Het in meerderheid islamitische Abchazië, evenals Georgië ooit een machtig rijk aan de oevers van de Zwarte Zee, vreesde het Georgisch nationalisme dat onder Zviad Gamsachoerdia, de eerste president van het onafhankelijke Georgië, de kop had opgestoken.Hetzelfde gold voor de orthodox-christelijke, van oorsprong uit Iran afkomstige Zuid-Osseten. Zij voelden meer voor hereniging met het Russische Noord-Ossetië. Conform het verdeel-en-heersprincipe hadden de leiders van de Sovjet-Unie in 1922 Ossetië immers opgedeeld in een noordelijk deel, dat een autonome republiek werd binnen de Sovjetrepubliek Rusland en een zuidelijk deel, dat een autonome status kreeg binnen de Sovjetrepubliek Georgië.

Dat de vrees van de Abchazen en Zuid-Osseten niet geheel ongegrond was, bleek wel toen Gamsachoerdia tot president was verkozen. Hij schrapte de autonome status van Abchazië en Zuid-Ossetië en bepaalde dat het Georgisch de taal van heel het land moest worden. Oorlog tussen Georgië en de beide opstandige regio’s bleef dan ook niet uit. Beide conflicten eindigden begin jaren ’90 in een wapenstilstand, waarna troepen uit Rusland, dat feitelijk aan de zijde van de opstandelingen stond, moesten toezien op het staakt-het-vuren.

Een definitieve vredesregeling bleef uit en ook onder de opvolger van Gamsachoerdia, Eduard Sjevardnadze, bleef de status-quo gehandhaafd. In Zuid-Ossetië, waar zich nog altijd door Tbilisi gecontroleerde Georgische enclaves bevonden, namen de spanningen tussen Zuid-Ossetiërs en Georgiërs geleidelijk af. Tussen Georgische en Ossetische dorpen werd op zeker moment weer gewoon handelgedreven en in de Ossetische dorpen waren naast de Russische roebels ook Georgische lari in omloop, zo verklaarde de Georgische politieke wetenschapper Paata Sakareisjvili vorige week in de Frankfurter Allgemeine.

Achtertuin
Aan de relatieve rust kwam een einde toen na de Rozenrevolutie van eind 2003 Michail Saakasjvili aantrad als opvolger van de verdreven president Sjevardnadze. De nieuwe president maakte er geen geheim van Abchazië en Zuid-Ossetië weer onder het gezag van Tbilisi te willen brengen. Daarnaast wilde hij zijn land zo snel mogelijk de NAVO binnenloodsen. Met name dat laatste was tegen het zere been van Rusland. Toenmalig president en huidig premier Vladimir Poetin, die ooit zijn teleurstelling uitsprak over de ondergang van de Sovjet-Unie, vond dat het met de uitbreiding van de NAVO richting het oosten genoeg was geweest en sprak zijn veto uit over de aanwezigheid van de verdragsorganisatie in een regio die Moskou beschouwt als zijn achtertuin.

Sindsdien liepen de spanningen tussen Rusland en Georgië alsmaar op. Terwijl Saakasjvili volhardde in zijn prowesterse koers en zijn leger moderniseerde, kondigde Rusland tegen zijn buurland een boycot af, haalde het Georgische spionagevliegtuigjes neer en versterkte het zijn greep op de opstandige regio’s, niet in de laatste plaats door massaal Russische paspoorten uit te reiken aan Abchazen en Zuid-Ossetiërs. Regelmatig kwam het tot schermutselingen aan de grens met Abchazië en in Zuid-Ossetië. Totdat dat het in de nacht van 7 op 8 augustus volledig uit de hand liep.

De afgelopen twee weken is er druk gespeculeerd over de vraag wie schuldig aan de escalatie van het conflict. Die vraag is makkelijker gesteld dan beantwoord. Sinds half juni was er in Zuid-Ossetië opnieuw sprake van ernstige geweldsincidenten en schietpartijen. Op 7 augustus ging een geplande ontmoeting tussen vertegenwoordigers van Georgië en Zuid-Ossetië niet door, omdat de laatste de Georgiërs niet wensten te ontvangen. Volgens waarnemers was dat alleen mogelijk met instemming van Moskou.

Diezelfde avond kondigde Saakasjvili in een dramatische televisietoespraak een eenzijdige wapenstilstand af. Een afleidingsmanoeuvre, zo menen Rusland en Zuid-Ossetië, want drie uur later bestormden Georgische troepen de Zuid-Ossetische hoofdstad Tschinvali. Een reactie op nieuwe mortierbeschietingen op Georgische dorpen, zo luidde naderhand de Georgische verklaring. Bovendien had Tbilisi het bericht binnengekregen dat door de Rokitunnel, de enige verbinding tussen Zuid- en Noord-Ossetië, een groot contigent Russische troepen onderweg was.

Bijna alle waarnemers zijn het erover eens dat Saakasjvili met zijn beslissing om Tschinvali aan te vallen, rechtstreeks in de Russische val is gelopen. De Zweedse minister van Buitenlandse Zaken, Carl Bildt, verwoordde het treffend: „Als je de keus hebt tussen nietsdoen en iets stoms doen, is het beter om niets te doen.” De autoritaire en onstuimige Saakasjvili koos echter de tweede optie.

Vergissing
„Saakasjvili had moeten weten dat een militair optreden tegen Zuid-Ossetië een zelfmoordactie is. Hij had moeten weten dat hij met het Russische leger te maken zou krijgen. Het is onduidelijk hoe het militaire offensief tegen Georgië tot stand kwam, maar als die was gepland, dan vraag ik me af hoe men ooit zo’n aanval kon beginnen”, zei de Duitse Kaukasusdeskundige Uwe Halbach vorige week tegen een Duitse internetkrant. Dat Saakasjvili mogelijk rekende op steun vanuit het Westen, in het bijzonder de VS, kan er bij hem niet in: „Als hij daarop heeft gerekend, moet men echt aan zijn verstand twijfelen. Vanuit het Westen is hem telkens weer duidelijk gemaakt: Wij ondersteunen de territoriale integriteit van Georgië, maar we zijn tegen een militaire oplossing van het conflict. Zelfs de VS hielden hem voor: Wees voorzichtig.”

Toch valt niet uit te sluiten dat Saakasjvili het slachtoffer is geworden van zijn eigen ambitie. In de eerste vier jaar van zijn presidentschap verzesvoudigde de Georgische president het militaire budget tot een bedrag van bijna 400 miljoen euro, wat van meet af aan de verdenking opriep dat hij het gezag over de opstandige regio’s met geweld wilde herstellen. Voor Saakasjvili, die inmiddels aan zijn tweede termijn bezig is, begon de tijd te dringen. De grensconflicten moeten immers zijn opgelost om het felbegeerde lidmaatschap van de NAVO in de wacht te kunnen slepen.

Dat werd nog eens duidelijk tijdens de NAVO-top in april in de Roemeense hoofdstad Boekarest. Daar kreeg Georgië, evenals Oekraïne, te horen dat het op termijn wel lid mocht worden van de NAVO, maar nog niet mocht meedoen aan het officiële toetredingsprogramma MAP (Membership Action Plan). Dit historische besluit -een vlees-noch-viscompromis als gevolg van West-Europees aarzelen en Amerikaans drijven- beschouwen waarnemers als een fatale vergissing, omdat het Moskou de gelegenheid bood de Georgische plannen te dwarsbomen en de NAVO als een papieren tijger neer te zetten.

Niet denkbeeldig is tevens, dat Saakasjvili vanaf dat moment dacht te kunnen rekenen op steun van de ’bondgenoten’. Wie dat niet uitsluit, is de Amerikaanse oud-ambassadeur bij de NAVO, Robert Hunter. De „foutieve gedachte dat hij (Saakasjvili, DT) vrienden heeft aan het hof” in Washington, heeft hem wellicht aangespoord tot de fatale aanval van Georgië op Tschinvali, aldus Hunter tegenover het Duitse blad Der Spiegel.

Haat
De beslissing in Boekarest heeft een grote rol gespeeld bij de escalatie van het geweld op de Kaukasus, vindt ook de Moskouse analist Pavel Felgenhauer. Als een van de weinigen kiest hij ondubbelzinnig partij voor Saakasjvili. In een interview deze week met de Franse krant Le Figaro verwees hij naar het feit dat Rusland al in het voorjaar extra troepen naar de opstandige regio’s had gestuurd. Verder maakte hij melding van „onophoudelijke provocaties” van Osseten en Abchazen richting Georgië en riep hij de uitspraak van de chef van de generale staf, de begin juni ontslagen Joeri Baloejevski, in herinnering. Die verklaarde in april dat Rusland zich het recht voorbehield gebruik te maken van zijn gewapende troepen als de voormalige lidstaten van de Sovjet-Unie lid zouden worden van de NAVO.

„Daarna zijn de provocaties van de Osseten begonnen, de plunderingen van Georgische dorpen. Saakasjvili kon niet niet-reageren”, aldus de Rus. „Hij had geen keus. In ieder geval zouden de Russen vroeg of laat zijn binnengevallen, net zoals dat is gebeurd in augustus 1999 in Tsjetsjenië.”

Toch heeft Rusland zijn doel niet bereikt, denkt de Kremlinkritische analist. „Het ging erom definitief te voorkomen dat Georgië lid wordt van de NAVO. De Russische autoriteiten wilden het Georgische leger vernietigen en het huidige regime met zijn president, voor wie Vladimir Poetin dezelfde hardnekkige haat voelt als voor de oligarch Michail Chodorkovski (de oud-topman van het oliebedrijf Yukos, die tot acht jaar strafkamp is veroordeeld, DT). Wat de Russen leken te beogen (…), is een federale staat met zeer beperkte macht, waarvan de veiligheid zou worden gegarandeerd door het Russische leger.”

Lang niet alle deskundigen zijn het op dit punt met Felgenhauer eens. De algemene teneur van veel commentaren is dat Rusland wel degelijk een slag heeft gewonnen in het internationale spel om de macht. Met zijn optreden heeft Moskou niet alleen het prowesterse Georgië een lesje geleerd, maar ook een dikke streep op de kaart van Europa getrokken waarachter het Westen en de NAVO niets hebben te zoeken. En het valt nog maar te bezien of Rusland zijn andere doelstellingen, de val van Saakasjvili en het verzwakken van Georgië, op termijn niet alsnog bereikt.

In eigen beleving heeft Rusland bovendien ook zijn gram gehaald voor wat het beschouwt als vernederingen die het in het recente verleden heeft moeten slikken: de bombardementen op Servië in 1999, de oorlog in Irak die de VS zeer tegen de zin van Rusland doorzetten en de erkenning van Kosovo, de Servische provincie waar eerder dit jaar de Albanezen met instemming van het Westen de onafhankelijkheid uitriepen. De boodschap uit Moskou is duidelijk: de wereld moet weer rekening houden met Rusland.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer