De diplomaat staat erop een verkeerde indruk te corrigeren die is ontstaan na een persconferentie vrijdag van de Servische minister van Buitenlandse Zaken, Vuk Jeremic, bij het VN-hoofdkwartier in New York. De bewindsman zei toen dat Servië elke uitspraak van het Internationaal Gerechtshof (ICJ) over de kwestie zal „accepteren.” Dit betekent echter niet dat Servië de onafhankelijkheid van Kosovo zal erkennen als het ICJ de onafhankelijkheidsverklaring legaal verklaart, aldus Kosutic.Jeremic diende vorige week vrijdag bij de Algemene Vergadering een officieel verzoek in om Kosovo in september op de agenda te zetten. Servië wil dat de Algemene Vergadering het ICJ in Den Haag om een juridisch advies vraagt inzake de legaliteit van de eenzijdige onafhankelijkheidsverklaring van Kosovo. VN-organen als de Algemene Vergadering kunnen het hoogste VN-hof om zo’n juridisch advies vragen. Die adviezen zijn niet bindend, in tegenstelling tot de bindende ICJ-arresten over geschillen tussen staten.

Als het ICJ beslist dat de onafhankelijkheidsverklaring van Kosovo legaal was, „kan Servië niets anders doen.” In die zin zou Belgrado zo’n uitspraak „accepteren.” Dit betekent echter niet dat Servië de onafhankelijkheid van Kosovo zou erkennen, aldus Kosutic.

De Servische provincie Kosovo werd na de NAVO-bombardementen op Joegoslavië in 1999 onder VN-bestuur gesteld. Toen werd wel in een bindende VN-resolutie vastgesteld dat Kosovo deel blijft uitmaken van Joegoslavië. Dat inmiddels uiteengevallen land is in rechte opgevolgd door Servië. Daarom vinden Servië, Rusland en veel volkenrechtsdeskundigen de eenzijdig uitgeroepen onafhankelijkheid van de Kosovo-Albanezen illegaal.