„Vertrek Musharraf brengt geen vrede”
Met het aftreden van president Pervez Musharraf verdwijnt een kwelgeest van islamitische militanten zowel binnen als buiten Pakistan. Maar het ziet er niet naar uit dat de regering die hem tot aftreden dwong een drastisch andere koers zal varen.
De jihadisten zullen hun strijd waarschijnlijk voortzetten. „Met Musharraf verdwijnt een symbool van haat, maar de essentiële kwesties blijven bestaan”, zegt Shafqat Mahmood, een voormalig minister en politiek analist.De afgetreden president, die na de aanslagen van 11 september 2001 de steun aan het Afghaanse talibanregime beëindigde en koos voor samenwerking met de Verenigde Staten, werd na de verkiezingswinst van zijn politieke tegenstanders in februari steeds meer naar de zijlijn gedreven. De nieuwe regering heeft echter zijn beleid in de van militanten vergeven noordwestelijke regio’s aan de grens met Afghanistan grotendeels intact gelaten. Zij blijft de internationale strijd tegen het islamitische extremisme steunen om de nauwe banden met de VS te behouden.
Volgens Mahmood wordt de steun aan de taliban aan beide zijden van de grens gevoed door een combinatie van armoede, slecht bestuur en woede over de aanwezigheid van de VS in Afghanistan. Hoewel het aantal zelfmoordaanslagen in Pakistan het afgelopen jaar is afgenomen, is de dreiging van een opstand even aanwezig als altijd.
„Het is een kwaadaardig gezwel dat zich door onze maatschappij heen vreet”, aldus defensieanalist Ikram Sehgal. De pogingen van de nieuwe regering om vredesdeals te sluiten met de militanten zijn mislukt. Sindsdien wordt teruggegrepen op militaire kracht om de extremisten te verdrijven.
„Volgens mij hebben ze geen keus”, zegt Rasul Bakhsh Rais, een politieke professor aan de universiteit voor managementwetenschappen in Lahore, weten. „De terroristen zullen zich niet overgeven. Ze hebben langetermijndoelen in de regio.”
De Pakistaanse Talibanwoordvoerder Maulvi Umar liet maandag weten dat de islamitische beweging blij is dat Musharraf is afgetreden. Tegelijk riep hij op tot beëindiging van Musharrafs beleid, waarbij hij vooral doelde op de inzet van het leger. „Het is een positieve verandering, maar het is nog maar een begin”, zei Umar. Hij beloofde dat de taliban hun activiteiten per direct zouden staken, als de regering dat ook doet.
Bijna dagelijks wordt er wel melding gemaakt van aanvallen van militanten in verschillende delen van het noordwesten van Pakistan. Executies van mensen die door opstandelingen als spionnen van Amerika worden gezien, komen regelmatig voor.
De afgelopen weken zijn bij een grootschalige militaire operatie tegen opstandelingen in de stammenregio Bajur volgens de regering bijna 500 mensen omgekomen en meer dan 200.000 ontheemd. Andere operaties, zoals in de regio Khyber, hadden eveneens tot doel het gezag van de regering te verstevigen, maar oogstten tot nog toe alleen beloftes van wraak.
Ondertussen zijn volgens regeringsfunctionarissen aanvallen van militanten over de grens in Afghanistan toegenomen, omdat veel opstandelingen zich schuil kunnen houden in het grensgebied van Pakistan. Nu Musharraf verdwenen is, moet de regering zich richten op de islamitische dreiging, zegt analist Talat Masood. De grootste partijen in de coalitie werden tot nog toe in beslag genomen door de vraag hoe zij van Musharraf af moesten komen en hoe zij tientallen rechters moesten herbenoemen die vorig jaar door hem werden ontslagen.
Musharrafs eigen toekomst hangt af van de dreiging van de militanten tegen zijn persoon. De afgetreden president heeft meerdere aanslagen overleefd, maar nu wordt druk gespeculeerd dat hij voor zijn eigen veiligheid in ballingschap moet gaan. Volgens talibanwoordvoerder Umar zijn de militanten met het aftreden van Musharraf nog niet tevredengesteld. „Hij moet streng worden gestraft, want hij is voor het hele land een boosdoener”, liet hij weten.
In Nederland zegt veiligheidsexpert Marco Mezzera van het Haagse Instituut Clingendael: „Na het aftreden van de Pakistaanse president Pervez Musharraf zal de radicaalislamitische taliban niet floreren. De extremisten zullen ook na het tijdperk-Musharraf even hard worden aangepakt. Daarbij zal het Pakistaanse antiterreurbeleid minder dubbelzinnig zijn.”
Mezzera verwacht dat de antiterreurmaatregelen onder de huidige regeringscoalitie niet zullen verzwakken nu Musharraf de deur is gewezen. Washington vindt het Pakistaanse antiterreurbeleid belangrijk, omdat de kopstukken van de taliban zich in het land zouden verschuilen. Met een partner ter plaatse kan er veel beter tegen de terroristische organisatie worden opgetreden. Mezzera voorspelt dat de herverdeling van de macht in Pakistan de grip van de VS op het terreurnetwerk kan vergroten.
„De grootste zorg van de Amerikanen is de politieke instabiliteit in Pakistan. De moord op ex-premier Benazir Bhutto eind vorig jaar gaf die stabiliteit een flinke dreun. Maar volgens de VS was ook Musharraf een deel van het probleem, omdat hij niet democratisch regeerde”, aldus Mezzera. Musharrafs vertrek kan zo ook de politieke standvastigheid van Pakistan ten goede komen.
„Zeker in zijn laatste maanden was Musharraf aan het koorddansen”, aldus de deskundige. „Toen zijn populariteit kelderde, probeerde hij vriend en vijand aan zijn kant te scharen en was hij daardoor controversieel in zijn aanpak. Aan de ene kant poogde hij de taliban de kop in te drukken, maar aan de andere kant ging hij ook met de rebellenleiders om de tafel zitten. Hij werd niet alleen door zijn eigen volk, maar ook internationaal met een scheve blik aangekeken.”
De VS hoeven zich volgens Mezzera dan ook weinig zorgen te maken over het bondgenootschap. De twee coalitiepartijen die nu in de regering zitten, de Pakistaanse Moslim Liga (PML) en de Pakistaanse Volkspartij (PPL) zijn gematigd en redelijk prowesters. Daarbij nemen ze meer afstand van het leger dan voormalig oppergeneraal Musharraf.